Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 januari 2023 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Katwijk, het college
Procesverloop
Overwegingen
2. Het bestreden besluit berust op de bevindingen van het in de bezwaarfase uitgevoerde onderzoek van de verzekeringsarts E.M.C. K en arbeidsdeskundige A.W. van M., zoals neergelegd in hun rapportages van respectievelijk 12 mei 2020 en van 19 mei 2020.
3. Eiseres vindt dat het bestreden besluit onjuist en onzorgvuldig tot stand is gekomen. Zij heeft een telefonisch consult met zowel de verzekeringsarts als de arbeidsdeskundige gehad. Zij is niet lichamelijk onderzocht en het onderzoek is daarom onvolledig, onjuist en onzorgvuldig geweest. Hierdoor is onvoldoende adequaat beoordeeld of zij al dan niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. Eiseres vindt dat zij vanwege haar gezondheid een algehele ontheffing had moeten krijgen in de zin van artikel 9, vijfde lid, van de Pw. Daarnaast biedt het medisch advies geen grondslag om eiseres voor 20 uur per week de verplichtingen van artikel 9, eerste lid, onder b en c, van de Pw op te leggen. Verweerder heeft bovendien onvoldoende gemotiveerd waarom eiseres deze verplichtingen opgelegd krijgt. Zij is immers duurzaam arbeidsongeschikt en er zijn geen mogelijkheden voor haar op de arbeidsmarkt. Haar gezondheid kan alleen stabiliseren, maar niet verbeteren. De verwachting is dan ook niet dat zij op lange termijn weer de arbeidsmarkt kan betreden. Het bestreden besluit kan daarom geen stand houden, aldus eiseres.
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit van 29 mei 2020;
- herroept het primaire besluit van 8 november 2019;
- bepaalt dat het college aan eiseres het door haar betaalde griffierecht, te weten € 48,-, vergoedt;
- veroordeelt het college in de proceskosten ten bedrage van € 2.511,-, welke kosten verweerder aan de gemachtigde van eiseres moet vergoeden.