Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser V-nummer: [v-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor zijn familieleden. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft op 5 januari 2023 een verweerschrift ingediend en op 12 januari 2023 de Nederlandse ambassade te Beiroet gemachtigd om de mvv te verlenen. Eiser heeft echter besloten het beroep te handhaven, met de vraag of verweerder bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit gegrond kan worden verklaard, omdat eiser recht heeft op een bestuurlijke dwangsom. De rechtbank oordeelt dat eiser een afzonderlijk belang heeft bij de beoordeling van het beroep, ondanks dat er inmiddels een inwilligend besluit is genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiser verweerder op 1 december 2022 in gebreke heeft gesteld.
De rechtbank heeft de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 857, die verschuldigd is vanaf 15 december 2022 tot en met 12 januari 2023. Daarnaast is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 418,50. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verweerder geen griffierecht hoeft te vergoeden, omdat dit verzuimd is bij het opstellen van de uitspraak. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.