ECLI:NL:RBDHA:2023:6041
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 19 april 2023 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres heeft het griffierecht op 24 maart 2023 betaald en heeft op 10 februari 2023 verweerder rechtsgeldig in gebreke gesteld. De rechtbank constateert dat de beslistermijn van verweerder is verstreken, aangezien de aanvraag op 13 juli 2021 is ingediend en de beslistermijn is verlengd naar zes maanden. Eiseres heeft op 7 maart 2023 beroep ingesteld, wat tijdig is, en het beroep is kennelijk gegrond.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag van eiseres. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. Eiseres heeft ook verzocht om de verbeurde bestuurlijke dwangsommen vast te stellen en om verweerder te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd en heeft verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres ter hoogte van € 418,50, evenals de vergoeding van het griffierecht van € 184.
De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.