Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam 1], [Naam 2] en [Naam 3], eisers
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak hebben eisers op 19 januari 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 25 april 2023 uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft het verzoek van eisers om vrijstelling van het griffierecht toegewezen, omdat zij dit verzoek voldoende hebben onderbouwd.
De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld wordt, zoals bepaald in artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb. Eisers hebben op 24 februari 2022 een aanvraag ingediend voor een mvv, maar verweerder heeft niet tijdig beslist. Na het verstrijken van de beslistermijn hebben eisers verweerder in gebreke gesteld, waarna zij beroep hebben ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit.
Eisers hebben de rechtbank verzocht om verweerder op te dragen een besluit te nemen binnen vier weken en om een dwangsom op te leggen voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden. De rechtbank legt een termijn op van twintig weken voor verweerder om een besluit bekend te maken. Tevens wordt een dwangsom van €100 per dag opgelegd, met een maximum van €7.500. Daarnaast wordt de bestuurlijke dwangsom vastgesteld op €1.442, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken na de relevante datum. De rechtbank veroordeelt verweerder ook in de proceskosten van eisers, vastgesteld op €418,50.