Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 24 februari 2023 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat, nu de asielaanvraag is ingewilligd, eiser geen procesbelang meer heeft in het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser vanwege het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag beroep kon instellen. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de door eiser gemaakte proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50. Dit bedrag is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' heeft toegepast, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft in haar beslissing het beroep niet-ontvankelijk verklaard en verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.