ECLI:NL:RBDHA:2023:6174
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf voor zijn echtgenote. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 25 april 2023 uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser heeft op 3 maart 2023 een ingebrekestelling ingediend, welke op 10 maart 2023 door verweerder is ontvangen. Eiser heeft vervolgens op 16 maart 2023 beroep ingesteld. De rechtbank stelt vast dat er geen twee weken zijn verstreken sinds de ontvangst van de ingebrekestelling, waardoor het beroepschrift te vroeg is ingediend. Zelfs als eiser aanvoert dat de datum van ontvangst 3 maart 2023 is, zijn er nog steeds geen twee weken verstreken. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.