ECLI:NL:RBDHA:2023:6174

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
1 mei 2023
Zaaknummer
NL23.8082
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf voor zijn echtgenote. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 25 april 2023 uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser heeft op 3 maart 2023 een ingebrekestelling ingediend, welke op 10 maart 2023 door verweerder is ontvangen. Eiser heeft vervolgens op 16 maart 2023 beroep ingesteld. De rechtbank stelt vast dat er geen twee weken zijn verstreken sinds de ontvangst van de ingebrekestelling, waardoor het beroepschrift te vroeg is ingediend. Zelfs als eiser aanvoert dat de datum van ontvangst 3 maart 2023 is, zijn er nog steeds geen twee weken verstreken. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.8082

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. B.W.C. van Geet),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf ten behoeve van zijn echtgenote [Naam 2].
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is bepaald dat het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
2. Eisers ingebrekestelling is op 3 maart 2023 ondertekend en door verweerder op 10 maart 2023 ontvangen. Eiser heeft op 16 maart 2023 beroep ingesteld. Er zijn geen twee weken verstreken sinds de schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. Het beroepschrift is dus te vroeg ingediend. Zelfs als eiser zich op het standpunt stelt dat 3 maart 2023 de datum is waarop verweerder de ingebrekestelling heeft ontvangen, zijn er sinds de ontvangst van de ingebrekestelling geen twee weken verstreken. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.