ECLI:NL:RBDHA:2023:618

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 januari 2023
Publicatiedatum
25 januari 2023
Zaaknummer
NL23.1229
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen terugkeerbesluit en termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 januari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. G. Cambier, heeft beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit dat op 8 mei 2018 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is genomen. Dit besluit hield in dat de verblijfsvergunning van eiser werd ingetrokken en dat er een terugkeerbesluit en inreisverbod werd uitgevaardigd. De rechtbank heeft het beroep op 18 januari 2023 behandeld via een beeldverbinding, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van beroep tegen het terugkeerbesluit op 5 juni 2018 is verstreken. Eiser heeft zijn beroep pas op 13 januari 2023 ingediend, wat betekent dat het beroep te laat is ingediend. De rechtbank heeft geen verschoonbare termijnoverschrijding kunnen vaststellen, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door rechter mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van griffier mr. W. van Loon, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.1229

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser], eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. D. Matadien),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. G. Cambier).

Procesverloop

Bij besluit van 8 mei 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder eisers verblijfsvergunning ingetrokken en aan eiser een terugkeerbesluit en inreisverbod uitgevaardigd.
Eiser heeft tegen het terugkeerbesluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 18 januari 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Het terugkeerbesluit is op 8 mei 2018 uitgevaardigd en de termijn voor het instellen van beroep daartegen is op 5 juni 2018 verstreken. Dat betekent dat het beroep van 13 januari 2023 te laat is ingediend. Niet is gebleken van een verschoonbare termijnoverschrijding. Het beroep tegen het terugkeerbesluit daarom niet-ontvankelijk.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.