Wat vindt de rechtbank
8. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres geen recht heeft op een WIA-uitkering omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 15 januari 2021 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
9. Voor zover eiseres in haar beroepschrift verwijst naar dat wat zij in bezwaar heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiseres is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom zij het niet eens is met het bestreden besluit. De verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Eiseres zal dus moeten aanvoeren waarom zij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van wat in bezwaar is aangevoerd.
Medische grondslag van het bestreden
10. De rechtbank zal eerst bespreken of zij aanleiding ziet om te twijfelen aan de vastgestelde psychische belastbaarheid van eiseres. Hiertoe overweegt de rechtbank het volgende.
11. De verzekeringsarts B&B heeft kennis genomen van het dossier en van de bezwaren van eiseres, is aanwezig geweest bij de hoorzitting en heeft een psychiatrische expertise laten verrichten (rapport Psyon, 21 september 2021). De verzekeringsarts B&B heeft overwogen dat Psyon tot dezelfde diagnose komt (namelijk: aanpassingsstoornis, ongespecificeerd) als de primaire verzekeringsarts (namelijk: aanpassingsproblematiek) en dat de primaire verzekeringsarts meer beperkingen in het persoonlijk en sociaal functioneren heeft aangenomen dan Psyon heeft geadviseerd. De verzekeringsarts B&B stelt dat daarmee in ruime mate is voorzien aan de ervaren belemmeringen, voor zover deze objectiveerbaar zijn toe te schrijven aan een psychische aandoening.
12. Eiseres betwist het rapport van Psyon en heeft ook een psychiatrische expertise laten verrichten (rapport WPEX, 30 augustus 2022). WPEX classificeert de klachten als een paniekstoornis, agorafobie en depressieve stoornis eenmalig, matig. Op grond van het rapport van WPEX voert eiseres aan meer beperkingen te hebben voor herinneren, doelmatig handelen, mate van zelfstandigheid in arbeid, spreken en lezen, vervoer en beroepsmatig vervoer.
13. De rechtbank constateert dat er geen eenduidigheid lijkt te bestaan over welke diagnose van toepassing is met betrekking tot de psychische problematiek van eiseres. In de loop van de tijd hebben de behandelaren van eiseres, de verzekeringsartsen en de psychiatrische experts verschillende diagnoses gesteld. Dit wordt bevestigd door de verzekeringsarts B&B (rapport van 6 oktober 2022): “
Drie psychiaters komen bij betrokkene over een tijdspanne van ongeveer twee jaar tot drie verschillende diagnosecombinaties.” En ook WPEX (brief van 6 december 2022) bevestigt dit: “
Psychiatrische ziektebeelden kunnen inderdaad fluctueren over de tijd; daarnaast is het scala aan DSM-5 symptomen helaas een classificatiesysteem dat niet altijd tot eenduidige diagnoses leidt (…).”Voor het vaststellen van de beperkingen in de FML is het echter niet de diagnose die leidend is. Het gaat om de mate waarin beperkingen ten gevolge van ziekte en/of gebrek medisch objectief vastgesteld kunnen worden. De rechtbank zal haar beoordeling toespitsen op de vraag of de verzekeringsarts B&B een volledig beeld heeft gehad van de psychiatrische problematiek van eiseres op 15 januari 2021.
14. Psyon en WPEX hebben het klachtenbeeld van eiseres als volgt beschreven. Psyon geeft aan dat de huidige (psychische) klachten hoofdzakelijk bestaan uit angstklachten, stemmen horen en slaapproblemen. Ook worden bij onderzoek afwijkingen gevonden bestaande uit een moedeloze en machteloze presentatie met hoge lijdensdruk, weinig concrete beantwoording van vragen met geringe detaillering, matig ziekte-inzicht en een matte stemming met een ietwat verminderd modulerend affect. Wat betreft de objectiveerbaarheid voldoet eiseres volgens Psyon anamnestisch aan het beeld van psychotraumagerelateerde stoornis, maar Psyon kan deze stoornis niet bevestigen vanwege twijfel aan de betrouwbaarheid van de anamnese. De wijze waarop eiseres haar klachten presenteert komt niet overeen met een psychotisch beeld en de gebruikelijke presentatie van posttraumatische symptomen. Psyon concludeert dat bij eiseres sprake is van een ongespecificeerde aanpassingsstoornis.
Volgens WPEX bestaan de belangrijkste huidige (psychische) klachten uit angst- en paniekklachten, somberheid, niet kunnen genieten, moeite met concentratie en slaapproblemen. Er zijn geen aanwijzingen van psychotische klachten: het horen van de eigen naam heeft geen karakter van een psychotische beleving en er zijn geen andere psychotische kenmerken. Verder kan er op basis van de beschikbare informatie geen traumagerelateerde stoornis worden vastgesteld. WPEX concludeert dat bij eiseres sprake is van een paniekstoornis, agorafobie en een depressieve stoornis eenmalig, matig.
15. Ter zitting heeft eiseres toegelicht dat zij met name haar trauma’s bij Psyon niet heeft kunnen en durven bespreken en bij WPEX wel. De rechtbank overweegt daarover dat zowel WPEX als Psyon tot de conclusie komen dat er geen (psycho)traumagerelateerde stoornis kan worden vastgesteld. Beide beschrijven daarbij een vergelijkbaar beeld, namelijk dat de traumaklachten voortkomen uit de relatieproblematiek en gebeurtenissen daarbij in het verleden. De rechtbank ziet in de stelling van eiseres dat zij zich bij Psyon niet goed heeft kunnen uiten dan ook geen aanleiding om aan te nemen dat het onderzoek van Psyon niet volledig is geweest.
16. Ten aanzien van de ernst van de klachten volgt de rechtbank WPEX niet in haar standpunt dat Psyon onterecht lichte problematiek veronderstelt. De rechtbank is namelijk niet gebleken dat Psyon uitgaat van een wezenlijk ander beeld van de problematiek dan WPEX, gelet op de in overweging 14 weergegeven inhoud van de rapporten. Daar komt bij dat WPEX eiseres heeft onderzocht op 13 juni 2022, ongeveer anderhalf jaar na de datum in geding, wat enige afwijking van de klachten en het dagverhaal ten opzichte van de datum in geding kan verklaren. De rechtbank weegt bovendien mee dat de conclusie van Psyon dat sprake is van een ongespecificeerde aanpassingsstoornis, steun vindt in het rapport van de verzekeringsarts (18 januari 2021) en een brief van de behandelaar van eiseres (PsyQ, 3 juni 2021), waarin zij hebben geconcludeerd dat bij eiseres sprake is van aanpassingsproblematiek. De rechtbank komt tot de conclusie dat zij geen twijfel heeft dat de verzekeringsarts B&B bij de beoordeling een volledig beeld van de psychische problematiek van eiseres heeft gehad.
17. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts B&B de psychische belastbaarheid van eiseres voldoende heeft gemotiveerd. Hij heeft toegelicht dat in de FML in ruime mate wordt voorzien aan de objectiveerbare belemmeringen. Ook heeft hij in zijn rapport van 6 oktober 2022 inzichtelijk gemotiveerd waarom de door WPEX gestelde aanvullende beperkingen niet aan de orde zijn. Daar komt bij dat, zoals WPEX terecht heeft opgemerkt, het de expertise van een verzekeringsarts is om beperkingen in arbeid vast te stellen. Dit behoort niet tot de competentie van een psychiater. Verder heeft de verzekeringsarts B&B in het rapport van 28 maart 2023 inzichtelijk toegelicht dat de in beroep ingebrachte medische informatie van eiseres haar huisarts en behandelaren van Road Arbodienstverlening en Forta niet leidt tot een wijziging van het standpunt.
18. Voor wat betreft de lichamelijke klachten van eiseres overweegt de rechtbank dat de verzekeringsarts B&B in zijn rapport van 28 september 2021 gemotiveerd heeft uiteengezet waarom er geen reden is tot aanname van meer beperkingen. De rechtbank ziet geen aanleiding te twijfelen aan deze motivering.
19. De rechtbank vindt dus dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op 15 januari 2021 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten die in overeenstemming is met de voor haar vastgestelde medische belastbaarheid, zoals verwoord in de FML van 15 januari 2021.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
20. Uitgaande van de juistheid van de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
21. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 15 januari 2021 met de middelste van de drie geduide functies 89,05% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 10,95% arbeidsongeschikt is.