ECLI:NL:RBDHA:2023:6524

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 mei 2023
Publicatiedatum
8 mei 2023
Zaaknummer
NL23.3038
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van proceskosten en vrijstelling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft verzoekster op 31 januari 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) te verlenen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 11 april 2023 de Nederlandse ambassade te Ankara gemachtigd om aan verzoekster een mvv te verlenen. Verzoekster heeft vervolgens haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, kan de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten. In dit geval was er echter geen sprake van een ontvankelijk beroep, omdat de ingebrekestelling prematuur was ingediend. Hierdoor is het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen.

Daarnaast heeft verzoekster verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht. De rechtbank heeft dit verzoek voorlopig toegewezen, omdat verzoekster voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling. Het verzoek om vrijstelling van het griffierecht is definitief toegewezen. De rechtbank heeft het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen, omdat er geen sprake was van tegemoetkoming aan verzoekster in de zin van artikel 8:75a van de Awb.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.3038

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1], verzoekster

v-nummer: [nummer 2]
mede namens haar minderjarige kinderen
, [naam 2]en
[naam 3].
(gemachtigde: mr. A. Kortrijk),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft op 31 januari 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om aan haar een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) te verlenen.
Uit de kennisgeving van 11 april 2023 volgt dat verweerder de Nederlandse ambassade te Ankara heeft gemachtigd om aan verzoekster een mvv te verlenen.
Verzoekster heeft het beroep ingetrokken en daarbij verzocht om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
2. De aanvraag van verzoekster is ontvangen op 30 juni 2022. Verweerder heeft de beslistermijn van 90 dagen met 3 maanden verlengd. Dit betekent dat de beslistermijn op 28 december 2022 is verlopen. De ingebrekestelling is op 17 december 2022 door verweerder ontvangen. Dat betekent dat de ingebrekestelling prematuur is ingediend en daarmee niet geldig is. Het beroep zou niet-ontvankelijk zijn verklaard, als verzoekster het beroep niet had ingetrokken.
3. Nu geen sprake was van een ontvankelijk beroep, is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van geheel of gedeeltelijk tegemoetgekomen aan verzoekster in de zin van artikel 8:75a van de Awb. Het verzoek om verweerder te veroordelen in de proceskosten zal dan ook worden afgewezen.
4. Verzoekster heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht voor de behandeling van haar beroep wegens betalingsonmacht. De rechtbank heeft het verzoek om vrijstelling voorlopig toegewezen. Met het door verzoekster overgelegde formulier en de ingebrachte nadere informatie heeft zij voldoende aannemelijk gemaakt dat zij voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling. Het verzoek om vrijstelling van het griffierecht wordt definitief toegewezen.
5. Het verzoek wordt als kennelijk ongegrond afgewezen.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.