Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1], verzoekster
, [naam 2]en
[naam 3].
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoekster op 31 januari 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) te verlenen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 11 april 2023 de Nederlandse ambassade te Ankara gemachtigd om aan verzoekster een mvv te verlenen. Verzoekster heeft vervolgens haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, kan de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten. In dit geval was er echter geen sprake van een ontvankelijk beroep, omdat de ingebrekestelling prematuur was ingediend. Hierdoor is het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen.
Daarnaast heeft verzoekster verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht. De rechtbank heeft dit verzoek voorlopig toegewezen, omdat verzoekster voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling. Het verzoek om vrijstelling van het griffierecht is definitief toegewezen. De rechtbank heeft het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen, omdat er geen sprake was van tegemoetkoming aan verzoekster in de zin van artikel 8:75a van de Awb.