ECLI:NL:RBDHA:2023:6540
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voortduren van de maatregel van bewaring van een Marokkaanse vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 mei 2023 uitspraak gedaan in een procedure over de voortduren van de maatregel van bewaring van een Marokkaanse vreemdeling. Eiser, die sinds 21 december 2022 in vreemdelingenbewaring verblijft, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, die op 2 januari 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is opgelegd. Eiser stelt dat de maatregel onrechtmatig is, omdat hij al bijna zes maanden in bewaring is en er geen zicht op uitzetting zou zijn. De rechtbank heeft de zaak op 4 mei 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de verweerder wel vertegenwoordigd was.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring rechtmatig was op het moment van de eerdere toetsing op 20 januari 2023. De rechtbank concludeert dat de termijn van zes maanden pas op 2 juli 2023 bereikt zal zijn, en dat er voldoende voortvarendheid is getoond door de verweerder in de uitzettingsprocedure. De rechtbank wijst erop dat er geen aanknopingspunten zijn voor de conclusie dat er in het individuele geval van eiser geen zicht op uitzetting bestaat. De weigering van eiser om mee te werken aan de presentatie bij de Marokkaanse autoriteiten wordt ook in aanmerking genomen. Uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om schadevergoeding af.