ECLI:NL:RBDHA:2023:6603

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 mei 2023
Publicatiedatum
9 mei 2023
Zaaknummer
NL23.9029
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met beperking van de vrijheid van beweging

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, dat op 14 maart 2023 is genomen, houdt in dat aan de verzoeker de maatregel van beperking van de vrijheid van beweging is opgelegd, zoals bedoeld in artikel 56, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Deze maatregel verplicht de verzoeker om te verblijven in een specifiek deel van de gemeente Hoogeveen, waar hij zich in de Handhaving- en Toezichtlocatie Hoogeveen (HTL) dient op te houden.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer NL23.9027, en heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat, gezien de uitspraak die vandaag is gedaan op het beroep, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

De uitspraak is gedaan zonder zitting, en de voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.9029

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E. Sahin),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 14 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan verzoeker de maatregel van beperking van de vrijheid van beweging opgelegd, zoals bedoeld in artikel 56, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Met ingang van 14 maart 2023 is daarmee aan verzoeker de verplichting opgelegd te verblijven in een deel van de gemeente Hoogeveen, alwaar hij zich in het kader van deze maatregel in de Handhaving- en Toezichtlocatie Hoogeveen (HTL) dient op te houden.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL23.9027. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Heden is op het beroep uitspraak gedaan.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting.
2. Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is in de hoofdzaak, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
3. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.9027, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, rechter, in aanwezigheid van R. de Boer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.