ECLI:NL:RBDHA:2023:6603
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met beperking van de vrijheid van beweging
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, dat op 14 maart 2023 is genomen, houdt in dat aan de verzoeker de maatregel van beperking van de vrijheid van beweging is opgelegd, zoals bedoeld in artikel 56, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Deze maatregel verplicht de verzoeker om te verblijven in een specifiek deel van de gemeente Hoogeveen, waar hij zich in de Handhaving- en Toezichtlocatie Hoogeveen (HTL) dient op te houden.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer NL23.9027, en heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat, gezien de uitspraak die vandaag is gedaan op het beroep, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
De uitspraak is gedaan zonder zitting, en de voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep open tegen deze uitspraak.