ECLI:NL:RBDHA:2023:6605

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
9 mei 2023
Zaaknummer
NL22.22898
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige verklaringen van eiser

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 april 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Maleisische nationaliteit, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een beroep van eiser tegen het bestreden besluit van 14 oktober 2022, waarin zijn aanvraag als ongegrond werd verklaard. Eiser heeft zijn asielaanvraag onderbouwd met verklaringen over zijn werkzaamheden in de visindustrie, een strafrechtelijke veroordeling in Tsjechië, en een ontvoering na zijn vrijlating uit de gevangenis. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van eiser over de ontvoering en ontsnapping ongeloofwaardig zijn. Verweerder heeft terecht gesteld dat eiser inconsistent en tegenstrijdig heeft verklaard over de gebeurtenissen die hebben geleid tot zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn vrees voor vervolging aannemelijk te maken. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en de afwijzing van de asielaanvraag door verweerder bevestigd. De uitspraak is openbaar gemaakt op 25 april 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.22898
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. E.H. Bokhorst),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. C.D.G. van Ijzendoorn).

Procesverloop

Bij besluit van 14 oktober 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 27 maart 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Asielrelaas
1. Eiser heeft de Maleisische nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1974. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag gelegd.
2. Eiser, werkzaam als consultant in de visindustrie, kreeg medio 2018 via ene [A] ( [A] ) een baan om is Lissabon visvijvers op te zetten. De baas daar was [B ] ( [B ] ) . Toen eiser erachter kwam dat er sprake was van illegale vishandel heeft hij hiervan aangifte gedaan in Tsjechië. Toen de politie beeldmateriaal op eisers telefoon aantrof werd hij zelf verdacht van illegale vishandel. Eiser heeft van 11 januari 2019 tot
11 juli 2021 in Tsjechië gedetineerd gezeten. Na zijn vrijlating werd eiser buiten opgewacht door drie mensen en werd hem verzocht om in hun auto te stappen. Eiser is meegegaan en is onderweg uit de auto ontsnapt. Vervolgens is eiser naar Nederland gevlucht. Eiser vreest problemen met de organisatie Yakuza die controle heeft over de illegale vishandel. Deze
organisatie heeft in Maleisië aangifte gedaan tegen eiser. De politie, die met hen samenwerkt, is nu op zoek naar eiser en zijn familie. Eiser is in 2020/2021 meerdere keren bedreigd. Eiser vreest ook van de kant van de Maleisische autoriteiten vanwege het organiseren en deelnemen aan vijf (illegale) demonstraties in 2016 en 2017. Tijdens een van deze demonstraties is eiser opgepakt. Eiser verbleef met zo’n duizend mensen in een detentiecentrum gedurende 6 dagen tot een week. Ook [A] heeft een band met Yakuzu en hij heeft bij de politie de demonstraties opgegeven als reden om eiser op te pakken.
Relevante elementen asielrelaas
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Werkzaamheden als consultant in de visindustrie;
3. Werkzaamheden in Portugal en Duitsland;
4. Strafrechtelijke veroordeling in Tsjechië;
5. Ontvoering na vrijlating in Tsjechië en de ontsnapping;
6. Deelname demonstraties 2016/2017;
4. Verweerder heeft de elementen onder (1) tot en met (4) geloofwaardig geacht, maar onvoldoende zwaarwegend om tot verlening van een asielvergunning over te gaan. Verweerder heeft de overige elementen ongeloofwaardig geacht.
De geloofwaardigheid van element 5: ontvoering na vrijlating in Tsjechië en de ontsnapping
5. Eiser voert aan dat verweerder zijn verklaringen over de ontvoering en ontsnapping ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Het bestreden besluit is slechts een herhaling van wat verweerder in het voornemen al heeft gesteld en is daarmee geen gemotiveerde weerlegging van dat wat eiser in de zienswijze heeft gesteld.
6. De rechtbank oordeelt dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eisers verklaringen over de ontvoering na zijn vrijlating in Tsjechië en de ontsnapping uit de auto ongeloofwaardig zijn.
7. Verweerder heeft eiser daarbij mogen tegenwerpen dat hij tegenstrijdig en incoherent heeft verklaard over de algehele gebeurtenis en dat hij twee verschillende interpretaties van de situatie geeft. Verweerder wijst erop dat eiser de situatie in de correcties en aanvullingen op het aanmeldgehoor en tijdens het nader gehoor anders omschrijft dan in het aanvullend gehoor. Tijdens het aanvullend gehoor wekt eiser de indruk dat hij vrijwillig in de auto is gestapt en zich niet bewust was van het feit dat er iets mis was. Eiser verklaart immers op de vraag waarom hij in eerste instantie bij hen instapte dat de mensen Vietnamezen waren en dat Aziaten in het algemeen aardig tegen elkaar zijn en elkaar groeten als ze elkaar tegen komen in Maleisië. Op de vraag of eiser niet kon weigeren om in te stappen verklaart hij dat hij zo blij was dat hij uit de gevangenis was en dat hij zo een gratis ritje/ticket kon krijgen.1 Terwijl eiser tijdens het nader gehoor verklaart dat hij vanwege de uiterlijke kenmerken (tattoos van een schorpioen) te maken dacht te hebben met een Vietnamese bende die in Tsjechië opereert. Tijdens de aanvullingen en correcties op het aanmeldgehoor verklaart eiser bovendien dat hij het niet vertrouwde omdat niemand wist dat hij die dag vrij zou komen. Ook verklaarde eiser tijdens het nader gehoor dat hij meteen al wist wat het doel
1. p. 10 aanvullend gehoor.
was en dat hij zijn geld en paspoort in zijn broekzak had gedaan.2 De stelling dat eiser pas in de auto de tatoeages zag en de sfeer in de auto toen veranderde en agressief werd doet niet af aan deze incoherente verklaringen. Hiermee zijn eisers tegenstrijdige verklaringen over onder meer de reden waarom eiser met de drie personen meeging in hun auto niet rechtgezet.
8. Verder mocht verweerder tegenwerpen dat eiser wisselend heeft verklaard over de mensen die op hem afliepen nadat hij de gevangenis verliet. Enerzijds verklaart eiser dat hij door twee Vietnamese mensen en een man uit Tsjechië zou zijn verzocht om in de auto te stappen.3 Anderzijds verklaart eiser tijdens het aanvullend gehoor dat er drie personen op hem afliepen, te weten een Vietnamese vrouw en man en een Tsjechische vrouw.4 Niet valt in te zien waarom eiser niet consistent is in zijn verklaringen over het geslacht van de personen die op hem afliepen dan wel hun achtergronden. Verweerder heeft verder kunnen tegenwerpen dat eisers verklaringen over de ontsnapping uit de auto wisselend zijn. Met name eisers verklaring tijdens het nader gehoor dat de auto probeerde te keren rijmt niet met zijn latere verklaring tijdens het aanvullend gehoor dat hij een bepaalde plek op de snelweg uitkoos om te ontsnappen omdat de auto daar niet kon terugdraaien. Ook heeft verweerder eiser mogen tegenwerpen dat het opmerkelijk is dat zijn verklaringen over op wat voor soort weg hij de auto heeft verlaten wisselend zijn. Eiser verklaart immers dat hij in de auto al had nagedacht dat hij wilde ontsnappen als de kans zich voordeed, zodat redelijkerwijs van hem mag worden verwacht dat hij over de plek/weg waar hij is ontsnapt uitgebreider en consistenter kan verklaren. Verder heeft verweerder er in dit verband nog op mogen wijzen dat eiser tijdens het gehoor bij de Vreemdelingenpolitie op 16 juli 2021 heeft verklaard dat hij is gevlucht toen hij naar de wc ging.
9. Ook heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat eiser geen enkel verband weet te leggen tussen de ontvoering en Yakuza en/of het Maleisisch koninklijk huis. Wanneer hem hiernaar gevraagd wordt, verklaart eiser dat meneer [B ] banden heeft met deze Vietnamese bende die in Tsjechië opereert en dat hij hen de opdracht had gegeven om hem op te halen. De enkele stelling dat eiser dit baseert op het feit dat de personen in de auto hem om zijn paspoort vroegen en dat het vliegticket bij meneer [B ] zou zijn, is onvoldoende om dit verband aan te tonen. Aangezien eiser gesteld heeft dat de ontvoering
de meest recente gebeurtenis was die ertoe heeft geleid dat hij asiel heeft aangevraagd, mag van hem verwacht worden dat hij zoveel mogelijk details verstrekt over de gestelde ontvoering en/of opdrachtgever. Eiser is hierin niet geslaagd.
10. Gezien het voorgaande heeft verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser de ontvoering en ontsnapping niet aannemelijk heeft gemaakt en dat dit relevante element daarom ongeloofwaardig wordt geacht.
11. Eisers stelling dat het bestreden besluit slechts een herhaling is van verweerders standpunt in het voornemen onderschrijft de rechtbank niet. Verweerder is in het bestreden besluit voldoende gemotiveerd ingegaan op wat eiser in zijn zienswijze naar voren heeft gebracht en heeft zich op het standpunt mogen stellen dat hij eisers uitleg van wat er volgens hem is voorgevallen, niet volgt.
2 p. 26 nader gehoor.
3 p. 26 nader gehoor.
4 p. 9 aanvullend gehoor.
De geloofwaardigheid van element 6: deelname aan demonstraties in 2016/2017
12. Eiser voert aan dat hij in de zienswijze gemotiveerd heeft weerlegd dat hij wisselend zou hebben verklaard over enig lidmaatschap van een politieke organisatie en dat hij verweerders suggestie dat iemand politiek geëngageerd zou moeten zijn om deel te nemen aan demonstraties heeft weerlegd. Verweerder is hierop in het bestreden besluit niet inhoudelijk ingegaan.
13. De rechtbank stelt vast dat verweerder in het bestreden besluit eiser heeft gevolgd in zijn stelling dat demonstraties in Azië niet te vergelijken zijn met demonstraties in Nederland en dat om te demonstreren een lidmaatschap van een politieke partij geen vereiste is. De rechtbank oordeelt dat verweerder eiser niettemin heeft mogen tegenwerpen dat hij weinig kennis en/of informatie heeft over de onderwerpen waarvoor hij demonstreerde, welke activiteiten hij heeft verricht, hoe de demonstraties eruit zagen en op welke wijze er werd gedemonstreerd. Aangezien eiser ongeveer vijf keer zou hebben
deelgenomen aan een demonstratie, heeft verweerder eiser mogen tegenwerpen dat van hem verwacht mag worden dat hij meer weet te verklaren over het doel wat er met de demonstraties werd nagestreefd. Ook heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat eiser wisselend heeft verklaard over zijn gestelde rol bij de demonstraties. Enerzijds verklaart hij dat hij één van de organisatoren was, dat hij mensen vertelde hoe laat de demonstraties plaatsvonden en hen berichtjes stuurden om deel te nemen.5 Anderzijds verklaart eiser dat hij nooit een organiserende rol had en dat zij via WhatsApp berichten kregen over hoe laat ze waar naar toe moesten gaan.6 Ook eisers uitleg in de zienswijze dat er niet echt iemand was die de demonstraties organiseerde strookt niet met zijn verklaring tijdens het nader gehoor dat hij een van de organisatoren was. Niet valt in te zien waarom eiser hier wisselend over heeft verklaard, omdat het gaat om zijn persoonlijke ervaring met en bijdrage aan de demonstraties. Verweerder wordt verder gevolgd in zijn standpunt dat eiser over de aanhouding na een van de demonstratie weinig details heeft kunnen geven.
Eiser verklaart enkel dat hij tijdens het demonstreren is meegenomen door een agent, naar het politiebureau is gebracht, is ondervraagd en vervolgens is vrijgelaten. Hierover verklaart hij een politiegarantie te hebben gekregen wat betekent dat hij bij een volgende betrapping, een ‘Sosma’ (twee jaar gevangenisstraf zonder tussenkomst van de rechter) opgelegd krijgt. Verweerder heeft dit onvoldoende mogen achten om aan te nemen dat eiser heeft deelgenomen aan de demonstraties en dat zijn aanhouding daarmee in verband staat.
Bovendien stelt eiser een politiedocument, dat zijn verklaringen had kunnen onderbouwen, te hebben weggegooid.
14. De rechtbank oordeelt dat verweerder zich op het standpunt heeft mogen stellen dat eiser zijn gestelde deelname aan demonstraties en de arrestatie, niet aannemelijk heeft gemaakt. Verweerder heeft dit relevante element niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht.
5 p. 31 nader gehoor.
6 p. 4 aanvullend gehoor.
Over de relevante elementen 1 tot en met 4
15. Verweerder heeft de geloofwaardig geachte elementen beoordeeld en heeft zich op het standpunt gesteld dat eiser hiermee niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser heeft tegen dit standpunt van verweerder geen beroepsgronden aangevoerd.
Conclusie
16. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond.
17. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. N.R. Hoogenberk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
25 april 2023

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.