ECLI:NL:RBDHA:2023:6628
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in samenhangende bestuurszaken
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 15 februari 2023, is het verzoek van twee verzoeksters om vergoeding van hun proceskosten behandeld. De verzoeksters, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. I.M. Zuidhoek, hebben een verzoek ingediend bij de rechtbank omdat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, niet tijdig had beslist op hun aanvraag. Na het indienen van beroep op 10 oktober 2022, heeft de verweerder op 9 januari 2023 alsnog een beslissing genomen, waarna de verzoeksters hun beroep hebben ingetrokken en de rechtbank hebben verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft in overweging genomen dat het niet nodig was om partijen uit te nodigen voor een zitting, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank kan op basis van artikel 8:75 en 8:75a van de Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) een partij de proceskosten van de tegenpartij laten betalen. De verweerder heeft aangegeven bereid te zijn de proceskosten te vergoeden, maar heeft ook opgemerkt dat er sprake is van samenhangende zaken.
De rechtbank heeft geoordeeld dat, omdat de verweerder pas na het indienen van het beroep een beslissing heeft genomen, de verzoeksters recht hebben op vergoeding van hun proceskosten. De hoogte van de vergoeding is echter beperkt tot het bedrag dat in een enkele zaak zou worden toegekend, zoals bepaald in artikel 3 van het Bpb. Gezien de inhoud van de zaak, die enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn, is een lager bedrag toegekend, met een wegingsfactor van 0,5. Uiteindelijk is de vergoeding vastgesteld op € 418,50, wat overeenkomt met 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 837,-.
De rechtbank heeft de verweerder veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de verzoeksters. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op 15 februari 2023.