Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen de verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 mei 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument EU/EER, welke door de staatssecretaris op 7 september 2022 was afgewezen. Het daartegen ingediende bezwaar werd op 6 februari 2023 ongegrond verklaard, waarna de verzoeker beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht buiten zitting uitspraak gedaan. De rechter oordeelde dat er geen aanleiding was om de gevraagde voorlopige voorziening te treffen, en dat er ook geen reden was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.