ECLI:NL:RBDHA:2023:6739
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak na uitspraak op beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een vreemdeling, had de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder in de procedure betrokken. De zaak had betrekking op een aanvraag die door de verweerder buiten behandeling was gesteld. In het bestreden besluit van 27 september 2022 werd het bezwaar van verzoekster tegen dit primaire besluit ongegrond verklaard. Hierop heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 1 maart 2023, waarbij verzoekster niet aanwezig was, maar verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL23.1322, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, in aanwezigheid van griffier mr. R.E.J. Jansen. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.