ECLI:NL:RBDHA:2023:6793
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door de verzoeker, die in deze procedure werd bijgestaan door mr. E.R. Coene. De verzoeker had in beroep gegaan tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op zijn aanvraag. Na een beslissing van de verweerder op 21 december 2022 heeft de verzoeker zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder niet heeft gereageerd op het verzoek om proceskostenvergoeding, wat door de rechtbank werd geïnterpreteerd als geen bezwaar tegen de vergoeding. De rechtbank heeft vervolgens de hoogte van de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op de inschakeling van een professionele juridische hulpverlener en de wegingsfactor van 0,5, omdat de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. De rechtbank heeft de verweerder veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de verzoeker. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag.