ECLI:NL:RBDHA:2023:6866
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag wijziging verblijfsdoel naar niet-tijdelijke humanitaire gronden en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor de wijziging van haar verblijfsdoel van regulier voor bepaalde tijd onder de beperking 'tijdelijke humanitaire gronden' naar 'niet-tijdelijke humanitaire gronden'. Eiseres, geboren in 1989 en van [land 2] nationaliteit, diende op 8 juni 2021 een aanvraag in, die door verweerder op 2 december 2021 werd afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep op 3 april 2023, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig zijn, maar eiseres zelf niet. De rechtbank concludeert dat verweerder de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat er geen bijzondere individuele omstandigheden zijn die rechtstreeks verband houden met mensenhandel. Het Openbaar Ministerie heeft de aangifte van eiseres niet aangemerkt als mensenhandel, wat de afwijzing van de aanvraag ondersteunt. Eiseres heeft niet kunnen aantonen dat zij slachtoffer is van mensenhandel, en de door haar aangevoerde omstandigheden zijn niet onderbouwd.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de hoorplicht niet is geschonden, omdat verweerder op grond van de Algemene wet bestuursrecht van het horen kon afzien. De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en er is geen aanleiding voor proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. S. Mac Donald, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt op 12 mei 2023.