Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder(gemachtigde: mr. H. Broeyer),
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv), ingediend door de referent. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft in zijn verweerschrift van 24 november 2022 aangegeven zich niet te verzetten tegen een veroordeling in de proceskosten tot een bedrag van € 379,50. Op 27 december 2022 heeft verweerder de aanvraag van verzoeker ingewilligd, waarna verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. Aangezien verweerder niet tijdig heeft beslist en de aanvraag heeft ingewilligd, is hij geheel tegemoetgekomen aan het beroep van verzoeker.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er verzuimd is om griffierecht te heffen, maar dat dit nalaten niet ten nadele van verzoeker mag komen. De rechtbank heeft besloten om niet-ontvankelijkverklaring achterwege te laten. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) en de wegingsfactor ‘licht’, aangezien het beroep alleen betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De kosten zijn vastgesteld op basis van de beroepsmatige rechtsbijstand verleend door een derde.
De rechtbank heeft de beslissing openbaar gemaakt en verzoeker geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.