ECLI:NL:RBDHA:2023:6980

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 mei 2023
Publicatiedatum
16 mei 2023
Zaaknummer
NL22.25917
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-tijdig beslissen op aanvragen voor machtiging voorlopig verblijf

In deze zaak hebben verzoekers beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun aanvragen voor een machtiging voorlopig verblijf (mvv) ten behoeve van nareis, ingediend op 6 mei 2022. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft in een verweerschrift van 3 januari 2023 aangegeven zich niet te verzetten tegen een veroordeling in de proceskosten tot een bedrag van €418,50. Op 15 februari 2023 heeft de verweerder de ambassade in Beiroet gemachtigd om aan verzoekers een mvv te verlenen. Hierop hebben verzoekers hun beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. Aangezien de verweerder niet binnen de geldende termijn op de aanvragen heeft beslist en deze aanvragen hangende het beroep heeft ingewilligd, is de rechtbank van oordeel dat de verweerder geheel aan het beroep van verzoekers tegemoet is gekomen.

De rechtbank heeft het verzoek van verzoekers als kennelijk gegrond toegewezen en de verweerder veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op €418,50. Dit bedrag is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' heeft toegepast, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, en is openbaar gemaakt op 10 mei 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.25917

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1], verzoekster 1

v-nummer: [nummer]
[naam 2],verzoeker 1
v-nummer: [nummer]
[naam 3], verzoeker 2
v-nummer: [nummer]
[naam 4],verzoekster 2
v-nummer: [nummer]
gezamenlijk te noemen: verzoekers
(gemachtigde: mr. A. Kortrijk),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder(gemachtigde: mr. C. Chand).

Procesverloop

Verzoekers hebben beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun aanvragen voor een machtiging voorlopig verblijf (mvv) ten behoeve van nareis van 6 mei 2022.
Bij verweerschrift van 3 januari 2023 heeft verweerder aangegeven dat hij zich niet verzet tegen een veroordeling in de proceskosten tot €418,50.
Bij kennisgeving van 15 februari 2023 heeft verweerder de ambassade in Beiroet gemachtigd aan verzoekers een mvv te verlenen.
Verzoekers hebben het beroep ingetrokken en daarbij verzocht om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
2. Nu verweerder niet binnen de hiervoor geldende termijn op de aanvragen van verzoekers heeft besloten en deze aanvragen hangende een beroep tegen het niet tijdig beslissen heeft ingewilligd, is verweerder geheel aan het beroep van verzoekers tegemoetgekomen.
3. Het verzoek wordt als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrechter voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 418,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837 met een wegingsfactor 0,5). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.