ECLI:NL:RBDHA:2023:7047

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 mei 2023
Publicatiedatum
16 mei 2023
Zaaknummer
C/09/633036 / HA ZA 22-651
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mondelinge uitspraak over de geldigheid van een testament en bewijsopdracht inzake geestelijke stoornis

Op 2 mei 2023 heeft de Rechtbank Den Haag een mondelinge uitspraak gedaan in een civiele zaak betreffende de geldigheid van een testament. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.S. Santema, betwist de geldigheid van het testament van de erflater, dat op 10 december 2018 is opgemaakt. De eiseres stelt dat de erflater ten tijde van het ondertekenen van het testament leed aan een geestelijke stoornis, waardoor hij niet in staat was om een redelijke waardering van de bij de uiterste wil betrokken belangen te maken. De gedaagden, waaronder gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2, vertegenwoordigd door respectievelijk mr. W.S. Santema en mr. A.H.J. Emmen, hebben de stellingen van de eiseres weersproken en bewijsstukken overgelegd die de geestelijke gezondheid van de erflater ten tijde van het testament ondersteunen.

De rechtbank heeft de eiseres opgedragen om feiten en omstandigheden te bewijzen die aantonen dat de erflater ten tijde van het ondertekenen van het testament leed aan een geestelijke stoornis. De rechtbank heeft ook een termijn gesteld voor de eiseres om bewijsstukken te overleggen en getuigen te horen. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor uitlating door de eiseres over de wijze waarop zij bewijs wil leveren. De rechtbank heeft verder bepaald dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden in het paleis van justitie te Den Haag.

De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in zaken die de geldigheid van testamenten aanvechten, vooral wanneer geestelijke gezondheid ter discussie staat. De rechtbank heeft de verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgerond en verdere stappen nodig zijn om tot een einduitspraak te komen.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaak met zaak- / rolnummer C/09/633036 / HA ZA 22/651 van:
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 2 mei 2023
in de zaak van
[eiseres]te [plaats 1] ,
advocaat: mr. W.S. Santema te Sneek,
eiseres,
TEGEN

1.[gedaagde sub 1] te [plaats 2],

mr. W.S. Santema te Sneek,
2. [gedaagde sub 2]te [plaats 3], gemeente [gemeente],
advocaat: mr. A.H.J. Emmen te Soest,
gedaagden.
Partijen worden hierna [eiseres], [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 18 juni 2022, met producties;
  • de conclusie van antwoord namens [gedaagde sub 2] met producties;
  • het tussenvonnis van 22 februari 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de conclusie van antwoord namens [gedaagde sub 1];
  • de akte overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling namens [eiseres] met producties;
  • de mondelinge behandeling van 2 mei 2023, waarbij zijn verschenen [eiseres] vergezeld van haar advocaat, [gedaagde sub 2] vergezeld van zijn advocaat en [gedaagde sub 1] vergezeld van zijn advocaat. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden en deze aantekeningen zijn in het griffiedossier gevoegd.
1.2.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de rechtbank met toepassing van artikel 30p van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ter zitting onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan.

2.De beslissing

De rechtbank:
2.1.
draagt [eiseres] op feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit blijkt dat erflater ten tijde van het ondertekenen van het testament verleden op 10 december 2018 leed aan een geestelijke stoornis en dat deze stoornis toen een redelijke waardering van de bij de uiterste wil betrokken belangen belette;
2.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
31 mei 2023voor uitlating door [eiseres] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;
2.3.
bepaalt dat [eiseres], indien zij bewijsstukken wil overleggen, die stukken op de rol van
31 mei 2023in het geding moet brengen;
2.4.
bepaalt dat [eiseres], indien zij getuigen wil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juni 2023 tot en met september 2023 moet opgeven op de rolzitting van
31 mei 2023waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
2.5.
bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. A.C. Bordes in het paleis van justitie te Den Haag aan de Prins Clauslaan 60;
2.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.

3.De beoordeling

3.1.
Op [datum] 2020 is overleden de heer [de erflater], geboren op [geboortedatum] (hierna: erflater). Erflater had drie kinderen: [eiseres], [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], de partijen bij deze procedure. Moeder was vooroverleden in 2013.
3.2.
Op 10 december 2018 heeft erflater zijn testament gewijzigd, waarbij [gedaagde sub 2] tot erfgenaam is benoemd en aan [eiseres] en [gedaagde sub 1] een legaat is nagelaten ter hoogte van hun legitieme portie. [eiseres] meent dat erflater in 2018 leed aan een geestelijke stoornis, en dat deze stoornis een redelijke waardering van de bij de uiterste wilsbeschikking betrokken belangen belette. [eiseres] is de procedure begonnen en zij heeft [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] gedagvaard. [gedaagde sub 1] heeft in eerste instantie verstek laten gaan, maar zich in april 2023 alsnog gesteld. Hij is het in deze procedure eens met [eiseres].
3.3.
[gedaagde sub 2] heeft weersproken dat erflater leed aan een geestelijke stoornis. Hij heeft verklaringen overgelegd van direct betrokkenen die bevestigen dat er met erflater niets aan de hand was in de periode dat hij zijn testament wijzigde.
3.4.
Uit het dossier blijkt dat de notaris zorgvuldig te werk is gegaan. Hij heeft schriftelijk verklaard dat hij gelet op de leeftijd van erflater het stappenplan heeft gevolgd. Hij heeft drie keer met erflater gesproken. En hij heeft een medisch specialist gevraagd om erflater te onderzoeken. Op basis van dit onderzoek heeft de medisch specialist verklaard dat erflater zijn wil kon opmaken. Een en ander was voor de notaris aanleiding te concluderen dat het testament kon worden gepasseerd.
3.5.
Desondanks zijn er in het dossier aanwijzingen te vinden die de stellingen van [eiseres] en [gedaagde sub 1] onderbouwen:
  • erflater uitte vergaande beschuldigingen aan het adres van [gedaagde sub 1] en [eiseres];
  • [eiseres] heeft verklaringen overgelegd van bekenden van erflater die stelden dat erflater verward was en zich heel anders gedroeg in de periode dat hij zijn testament wijzigde;
  • [gedaagde sub 2] heeft tijdens de zitting verteld dat erflater na het overlijden van moeder aan hem heeft verteld dat hij geen contact meer had met [eiseres] en [gedaagde sub 1] en dat ze alleen op zijn geld uit zouden zijn. Dit terwijl volgens [eiseres] aantoonbaar is dat zij na het overlijden van moeder contact heeft gehouden met erflater. Zo is ze in 2017 met hem naar [plaats 4] geweest. Ook [gedaagde sub 1] heeft verteld dat hij zeker tot de verhuizing van erflater naar het verzorgingstehuis [X] in 2018 mantelzorger is geweest en met regelmaat bij erflater was. [gedaagde sub 2] heeft bevestigd dat hij soms [gedaagde sub 1] belde om naar erflater te gaan kijken toen erflater nog thuis woonde, omdat [gedaagde sub 1] dichterbij woonde;
  • er is een voorlopig deskundigenrapport van professor [A] van 25 oktober 2021 die heeft geadviseerd dat erflater als gevolg van zijn dementie in december 2018 niet in staat was zijn wil te bepalen;
  • er is een rapport van 15 mei 2018 van een medisch specialist van de GGZ […] die erflater heeft onderzocht en die het volgende heeft geconcludeerd:
  • “heden is sprake van vasculaire dementie:
-
Psychische as:
-
Cognitieve stoornissen bij vasculaire dementie
-
(…)
-
(…)
-
Forse achterdocht, wanen en confabuleren bij 1.
-
Diagnose dementie besproken; patiënt heeft moeite met de diagnose, schoondochter had deze uitslag verwacht.”
  • er is een rapport van een sociaal geriater van 28 juni 2018 die erflater heeft onderzocht en die in haar rapport verwijst naar achterdocht en beschuldigingen naar kinderen met betrekking tot het stelen van geld en het verkopen van juwelen. De diagnose is: uitgebreide vasculaire neurocognitieve stoornis: zonder gedragsstoornissen;
  • uit het dossier blijkt niet dat de notaris en de arts die de notaris had ingeschakeld het medische dossier van erflater kenden en dus op de hoogte waren van de diagnoses van de zomer van 2018;
  • de sociaal geriater heeft geconstateerd dat geen sprake was van gedragsstoornissen waardoor het mogelijk is dat de notaris en de arts de waandenkbeelden niet hebben onderkend.
3.6.
Gelet op dit een en ander wordt [eiseres] toegelaten tot het leveren van bewijs, waarbij de rechtbank accepteert dat, indien gewenst door [eiseres], in een eerste getuigenverhoor alleen de notaris en de door hem ingeschakelde medisch specialist worden opgeroepen.
3.7.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Deze mondelinge uitspraak is gedaan door mr. A.C Bordes, rechter, en in het openbaar uitgesproken in de aanwezigheid van de griffier, waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat is verzonden op 3 mei 2023.
WAARVAN PROCES-VERBAAL