ECLI:NL:RBDHA:2023:7062
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht
In de zaak tussen [naam], verzoekster, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 mei 2023 uitspraak gedaan. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument EU/EER, welke door verweerder op 17 april 2019 werd afgewezen. Na bezwaar tegen deze afwijzing, verklaarde verweerder het bezwaar ongegrond in een besluit van 20 maart 2023. Hierop heeft verzoekster beroep ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer NL23.8535, en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er griffierecht van € 184,00 verschuldigd was voor het indienen van het verzoekschrift. Verzoekster is in de gelegenheid gesteld om dit griffierecht te betalen, maar heeft dit nagelaten en geen reden gegeven voor het verzuim. Hierdoor is het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De voorzieningenrechter heeft besloten dat de behandeling van het beroep onder zaaknummer NL23.8535 zal worden voortgezet, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.