Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], verzoekster
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder(gemachtigde: mr. P. Ozturk).
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoekster beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, ingediend op 13 januari 2022. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze procedure, heeft op 15 december 2022 de asielaanvraag van verzoekster ingewilligd. Na deze beslissing heeft verzoekster haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. Verweerder heeft in zijn reactie op de intrekking, gedateerd 12 januari 2023, aangegeven bereid te zijn tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten.
In dit geval heeft verweerder niet binnen de geldende termijn op de aanvraag van verzoekster beslist en heeft hij de aanvraag ingewilligd terwijl er een beroep tegen het niet-tijdig beslissen aanhangig was. De rechtbank concludeert dat verweerder geheel aan het beroep van verzoekster tegemoet is gekomen. Het verzoek om proceskostenvergoeding wordt als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank stelt de proceskosten op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, en oordeelt dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan verzoekster tot een bedrag van € 418,50. Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie.