Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 7 december 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 10 december 2021 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres had haar aanvraag op 10 december 2021 ingediend en Nederland heeft op 11 februari 2022 Italië verzocht om eiseres terug te nemen op basis van de Dublinverordening. Aangezien Italië niet binnen twee maanden op het verzoek heeft gereageerd, werd dit verzoek als aanvaard beschouwd. Eiseres werd op 20 oktober 2022 in de nationale procedure opgenomen, omdat de overdracht aan de Italiaanse autoriteiten niet tijdig had plaatsgevonden.
De rechtbank concludeert dat de beslistermijn voor de asielaanvraag is aangevangen op 20 oktober 2022. Eiseres heeft op 17 november 2022 een ingebrekestelling ingediend, maar deze werd als prematuur beschouwd omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en is openbaar gemaakt. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.