ECLI:NL:RBDHA:2023:7209
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verweerder weigert asielaanvraag op grond van Dublinverordening; verantwoordelijkheid België
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 april 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Iraanse nationaliteit hebbende man, zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen zag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris baseerde deze beslissing op de Dublinverordening, waarin is vastgesteld dat België verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser had eerder asiel aangevraagd in Nederland en België, maar zijn verzoeken waren afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 28 maart 2023 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. A.S. Sewman, en de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. C.H.H.P.M. Kelderman.
De rechtbank overwoog dat, ondanks de eerdere afwijzingen van asielverzoeken in België, de verantwoordelijkheid voor de behandeling van het huidige asielverzoek terecht bij België ligt. De rechtbank concludeerde dat de Belgische autoriteiten zich aan hun internationale verplichtingen moeten houden en dat er geen reden was om te twijfelen aan de behandeling van het asielverzoek in België. Eiser had niet voldoende bewijs geleverd dat hij daadwerkelijk een asielaanvraag had willen indienen bij de Belgische autoriteiten en dat deze hem dit hadden geweigerd. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 7 april 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.