ECLI:NL:RBDHA:2023:7212
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 april 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te horen dat zijn aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielverzoek. Dit besluit was genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 6 maart 2023. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 28 maart 2023, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde, mr. L.S.T.H. Ruijters, en een tolk, H. Chabbou. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. K. Jansen. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL23.6873, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in die zaak op dezelfde datum uitspraak gedaan, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening in deze zaak niet meer nodig was.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 april 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.