Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
figuur 1).
1 november 2022 hebben partijen het strandseizoen 2022 geëvalueerd. Daarnaast hebben partijen gesproken over seizoen 2023 en de ontwikkelingen aan de kant van de gemeente, waarbij de gemeente heeft aangegeven dat BVS zou terugkeren op het exploitatievlak. Ook in een volgend overleg op 8 november 2022 heeft de gemeente aan BS, onder meer, aangegeven dat het voor de toekomst noodzakelijk is om voor BVS ruimte te creëren op het exploitatievlak.
3.Het geschil
4.De beoordeling
bruikleen-, beheer- en exploitatieovereenkomst voor strandseizoen 2023-2024 tot stand is gekomen. Op basis van die overeenkomst is BS gerechtigd om (weer) over het Beach Stadium en exploitatievlak te beschikken, zonder dat BVS gebruik mag maken van het exploitatievlak, aldus BS. Op de zitting heeft BS toegelicht dat zij akkoord is gegaan met het een-na-laatste concept van de overeenkomst dat zij van de gemeente heeft ontvangen (zie hiervoor bij 2.16), waarin partijen hebben afgesproken dat BVS een eigen exploitatievlak naast het exploitatievlak van BS krijgt en BS en BVS feitelijk als buren zullen fungeren. Die afspraak volgt volgens BS uit de volgende bewoordingen:
“aansluitend op het exploitatievlak van Beach Stadium BV heeft de Beach volleybal school een exploitatievlak ter beschikking voor haar activiteiten.”BS heeft naar eigen zeggen bij e-mail van 20 februari 2023 ingestemd met deze afspraak. BS en de gemeente hoefden het alleen nog eens te worden over het door BS en BVS over en weer gebruiken van elkaars faciliteiten, aldus BS.
eigenexploitatievlak zou krijgen, naast het exploitatievlak van BS (en, zo begrijpt de voorzieningenrechter, dus buiten het exploitatievlak behorend bij het Beach Stadium) en dat BS daarmee zou hebben ingestemd, heeft BS evenmin voldoende aannemelijk gemaakt. Dit standpunt, dat BS voor het eerst op de zitting heeft ingenomen, strookt ten eerste niet met de stellingen in haar eigen dagvaarding. In haar dagvaarding stelt BS dat partijen het (nog) niet eens waren over BVS en dat BS heeft voorgesteld dat BVS op een aan het exploitatievlak aanpalend perceel haar velden uitzet, maar dat dit voorstel van BS onbespreekbaar was voor de gemeente. Bovendien rijst ook uit de tussen partijen gewisselde correspondentie en de onweersproken toelichting van de gemeente op de zitting het beeld dat partijen in onderhandeling waren over terugkeer van BVS naar het exploitatievlak (en dus niet op een perceel daarnaast), maar dat zij het daarover niet eens konden worden. BS kon redelijkerwijs niet aan de onder 2.11 aangehaalde passage uit de bij e-mail van 15 februari 2023 door de gemeente aan BS gezonden concept overeenkomst ontlenen dat BVS een eigen, nieuw gecreëerd exploitatievlak zou krijgen dat naast het (oorspronkelijke) exploitatievlak zou worden gerealiseerd. In deze passage is namelijk opgenomen: “
Beide partijen stemmen ermee in om in goed overleg ruimte te bieden aan elkaar door gebruik van elkaars ruimte en faciliteiten mogelijk te maken”.Indien BVS niet gebruik zou gaan maken van het (oorspronkelijke) exploitatievlak van BS
,zou gebruik maken van elkaars ruimte immers helemaal niet aan de orde hoeven zijn.