ECLI:NL:RBDHA:2023:7440

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 mei 2023
Publicatiedatum
24 mei 2023
Zaaknummer
NL21.19182
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nareis asiel - beroep van de broer gegrond - samenhang tussen zaken - gegrond

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een nareis asiel aanvraag. Eiseres, een Syrische vrouw geboren in 1991, had een aanvraag ingediend voor afgifte van een mvv in het kader van nareis asiel, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De staatssecretaris stelde dat eiseres niet had aangetoond dat zij feitelijk tot het gezin van haar vader, de referent, behoort en dat er geen sprake was van een band die de gebruikelijke ouder-kindrelatie overstijgt. Eiseres was het niet eens met deze afwijzing en stelde dat zij wel onder het jongvolwassenenbeleid valt en dat er sprake is van een bijzondere afhankelijkheidsrelatie met haar vader. De rechtbank heeft het beroep van de broer van eiseres gegrond verklaard, wat van invloed is op de zaak van eiseres. De rechtbank oordeelde dat de zaken van eiseres en haar broer samenhangend zijn en dat een nieuwe beslissing op het bezwaar van eiseres moet worden genomen, rekening houdend met de uitspraak in de zaak van haar broer. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.674,-.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.19182

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. S. Cetinkaya-Ahmad),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.E. van Midden).

Procesverloop

Bij besluit van 3 februari 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres voor afgifte van een mvv [1] in het kader van nareis asiel, afgewezen.
Bij besluit van 12 november 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Op 27 oktober 2022 heeft verweerder een aanvullend besluit genomen.
De rechtbank heeft het beroep op 23 maart 2023 op zitting behandeld. Referent was aanwezig met de gemachtigde van eiseres. Als tolk is verschenen D. Ahmad. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiseres is geboren op [geboortedag] 1991 en heeft de Syrische nationaliteit. Zij wil verblijf bij haar vader (referent). Verweerder heeft de aanvraag afgewezen, omdat niet is aangetoond dat eiseres feitelijk tot het gezin van referent behoort. Volgens verweerder valt eiseres niet onder het jongvolwassenenbeleid. Ook is er geen sprake van een band tussen eiseres en haar vader die de gebruikelijke banden tussen een ouder en meerderjarig kind overstijgt.
Wat vindt eiseres in beroep?
2. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit. Zij vindt dat zij wel onder het jongvolwassenenbeleid valt. Ook is er sprake van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen haar en referent. Dat de vragenlijst summier is ingevuld kan niet worden tegengeworpen, omdat referent hiervoor afhankelijk was van een medewerker van Vluchtelingenwerk. Verder heeft verweerder onvoldoende rekening gehouden met de culturele achtergrond van eiseres, de omstandigheid dat eiseres onder zware leefomstandigheden in een vluchtelingenkamp woont, zij ernstige psychische klachten heeft, ongehuwd is en nooit gewerkt heeft. Tot slot had verweerder van het beleid moeten afwijken gelet op de bijzondere omstandigheden.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
3. De rechtbank heeft bij uitspraak [2] van 19 mei 2023 het beroep van de broer van eiseres gegrond verklaard. De rechtbank stelt vast dat in het bestreden besluit is meegewogen dat eiseres momenteel met haar broer verblijft in een vluchtelingenkamp in Irak. Ter zitting heeft verweerder desgevraagd gesteld dat de zaak van eiseres en haar broer gezamenlijk zijn bekeken en dat als het besluit van de broer zou veranderen, een nadere motivering zal moeten plaatsvinden. Nu het beroep van de broer van eiseres gegrond is verklaard, is het onzeker of de broer van eiseres bij haar zal blijven. Gelet op de samenhang tussen de zaken van eiseres en haar boer, kan niet worden uitgesloten dat een aanvullende motivering in dat geval nodig is. De rechtbank verklaart daarom het beroep gegrond zodat beide zaken wederom in samenhang kunnen worden beoordeeld.
4. De rechtbank verklaart het beroep dan ook gegrond en vernietigt het bestreden besluit. Verweerder zal een nieuwe beslissing op het bezwaar van eiseres moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken.
Wat is de conclusie?
5. Het beroep is gegrond.
6. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.674,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1). Daarnaast dient verweerder het door eiseres betaalde griffierecht te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.674;
  • draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 184,- aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.L van der Waals, rechter, in aanwezigheid van
mr. R.S. Ouertani, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Machtiging tot voorlopig verblijf.
2.Zaaknummer: NL21.19084