In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een nareis asiel aanvraag. Eiseres, een Syrische vrouw geboren in 1991, had een aanvraag ingediend voor afgifte van een mvv in het kader van nareis asiel, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De staatssecretaris stelde dat eiseres niet had aangetoond dat zij feitelijk tot het gezin van haar vader, de referent, behoort en dat er geen sprake was van een band die de gebruikelijke ouder-kindrelatie overstijgt. Eiseres was het niet eens met deze afwijzing en stelde dat zij wel onder het jongvolwassenenbeleid valt en dat er sprake is van een bijzondere afhankelijkheidsrelatie met haar vader. De rechtbank heeft het beroep van de broer van eiseres gegrond verklaard, wat van invloed is op de zaak van eiseres. De rechtbank oordeelde dat de zaken van eiseres en haar broer samenhangend zijn en dat een nieuwe beslissing op het bezwaar van eiseres moet worden genomen, rekening houdend met de uitspraak in de zaak van haar broer. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.674,-.