ECLI:NL:RBDHA:2023:7530
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de niet in behandeling name van een verblijfsvergunning asiel door Italië in het kader van de Dublinverordening
Op 25 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en een eiser die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië volgens de Dublinverordening verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris niet langer kon stellen dat de opschorting van de overdrachten in het kader van de Dublinverordening een tijdelijk, feitelijk overdrachtsbeletsel vormde. Er was geen duidelijkheid over wanneer de overdrachten hervat konden worden en de reden voor de aanhoudende opschorting. De rechtbank wees op mogelijke fundamentele tekortkomingen in de opvangvoorzieningen in Italië en droeg de staatssecretaris op om nader onderzoek te doen naar de situatie in Italië. De rechtbank heeft de staatssecretaris ook veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674,-. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag, en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.