In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 23 mei 2023, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 13 april 2023 en is eerder getoetst in een uitspraak van 1 mei 2023. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft een voortgangsrapportage overgelegd, waar eiser op heeft gereageerd. De rechtbank heeft het beroep op 16 mei 2023 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring rechtmatig is. Eiser betoogt dat de staatssecretaris niet heeft aangetoond dat hij aan Oostenrijk een Dublinclaim en een aankondiging van de overdracht heeft verzonden. De rechtbank weerlegt dit betoog door te verwijzen naar processtukken in het dossier die aantonen dat de staatssecretaris de documenten op de juiste wijze heeft verzonden. De rechtbank stelt vast dat de Oostenrijkse autoriteiten de Dublinclaim op 18 april 2023 en de aankondiging van de overdracht op 8 mei 2023 hebben ontvangen.
De rechtbank komt tot de conclusie dat er geen gronden zijn om te oordelen dat de rechtmatigheidsvoorwaarden voor de maatregel van bewaring niet zijn voldaan. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, rechter, in aanwezigheid van mr. S.J.B. ter Beke, griffier, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.