ECLI:NL:RBDHA:2023:7545
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring aanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, maar wiens aanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 3 maart 2023 niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
In de overwegingen van de uitspraak is vermeld dat de rechtbank het beroep van de verzoeker ongegrond heeft verklaard. Dit betekent dat de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Daarnaast is bepaald dat de staatssecretaris niet verplicht is om de proceskosten van de verzoeker te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.