ECLI:NL:RBDHA:2023:7610

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 mei 2023
Publicatiedatum
30 mei 2023
Zaaknummer
NL23.9735
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op grond van veilig land van herkomst en kennelijk ongegrondheid

Op 19 mei 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een eiser die een asielaanvraag had ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak behandeld in Middelburg, waar de eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft onmiddellijk na de zitting uitspraak gedaan.

In de uitspraak is de vraag aan de orde gekomen of Marokko als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet voldoende asielrelevante elementen had aangevoerd. Tijdens zijn gehoor had de eiser verklaard geen problemen in Marokko te hebben en dat zijn voornaamste reden om naar Nederland te komen werkgerelateerd was. De rechtbank volgde de staatssecretaris in zijn conclusie dat Marokko in het algemeen als veilig kan worden beschouwd, en dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht was.

De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de staatssecretaris terecht een vertrektermijn heeft onthouden en een inreisverbod voor twee jaar heeft opgelegd. De eiser heeft geen omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om van het inreisverbod af te wijken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.9735
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. F.J.M. Schonkeren),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. K. Bruin).

ProcesverloopBij besluit van 29 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 19 mei 2023 op zitting behandeld in Breda. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. In geschil is of Marokko in het algemeen kan worden aanmerkt als veilig land van herkomst. Ook is in geschil of eiser asielrelevante elementen naar voren heeft gebracht bij zijn asielaanvraag, aan hem ten onrechte een vertrektermijn is onthouden en tegen hem een inreisverbod is uitgevaardigd.
2. De rechtbank volgt eiser niet in zijn stelling dat hij asielgerelateerde elementen naar voren heeft gebracht. Verweerder heeft in zijn besluit terecht overwogen dat eiser tijdens zijn gehoor meermaals heeft verklaard dat hij geen problemen in Marokko had. Ook heeft hij tijdens zijn gehoor verklaard dat de voornaamste reden dat hij naar Nederland is gekomen is om te werken. Verweerder heeft daarnaast terecht opgemerkt dat de omstandigheid dat hij Berber is en uit het Rifgebied afkomstig is, onvoldoende is om te kunnen spreken van een relevant element dat in verband staat met vluchtelingschap dan wel artikel 3 van het EVRM. [1]
3. De rechtbank volgt eiser ook niet in zijn stelling dat Marokko in het algemeen niet valt aan te merken als veilig land van herkomst. In haar uitspraak van 8 juni 2022 [2] heeft de Afdeling [3] overwogen dat verweerder met de herbeoordeling van 6 mei 2021 zorgvuldig heeft onderzocht en deugdelijk heeft gemotiveerd dat Marokko in het algemeen een veilig land van herkomst is. Het is daarbij toegestaan dat één of meer groepen als uitzondering worden aangemerkt. [4] Dat het er meer zijn is niet bepalend voor de vraag of Marokko wel of niet een veilig land van herkomst is. Eiser heeft niet gesteld en onderbouwd dat de algemene situatie in Marokko sindsdien is verslechterd. Verweerder heeft daarom terecht Marokko in het algemeen en in het bijzonder ten aanzien van eiser aangemerkt als veilig land van herkomst. De asielaanvraag is daarom niet ten onrechte afgewezen als kennelijk ongegrond. [5]
4. Nu de aanvraag niet ten onrechte is afgewezen als kennelijk ongegrond, heeft verweerder kunnen bepalen dat een vertrektermijn wordt onthouden. [6] Verweerder moest daarom ook een inreisverbod voor de duur van twee jaar uitvaardigen. [7] Eiser heeft geen omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om van het inreisverbod af te zien.
5. Het beroep is ongegrond. Verweerder hoeft geen proceskosten te betalen.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 mei 2023 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden.
3.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
4.Zie in dat verband de uitspraak van de Afdeling van 1 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:210.
5.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000.
6.Artikel 62, tweede lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000.
7.Artikel 66a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000.