Op 19 mei 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een eiser die een asielaanvraag had ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak behandeld in Middelburg, waar de eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft onmiddellijk na de zitting uitspraak gedaan.
In de uitspraak is de vraag aan de orde gekomen of Marokko als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet voldoende asielrelevante elementen had aangevoerd. Tijdens zijn gehoor had de eiser verklaard geen problemen in Marokko te hebben en dat zijn voornaamste reden om naar Nederland te komen werkgerelateerd was. De rechtbank volgde de staatssecretaris in zijn conclusie dat Marokko in het algemeen als veilig kan worden beschouwd, en dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht was.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de staatssecretaris terecht een vertrektermijn heeft onthouden en een inreisverbod voor twee jaar heeft opgelegd. De eiser heeft geen omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om van het inreisverbod af te wijken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.