ECLI:NL:RBDHA:2023:7799

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juni 2023
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
09/232809-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van het voorhanden hebben, vervoeren, afleveren en verkopen van cocaïne en het voorhanden hebben van een automatisch vuurwapen

Op 2 juni 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren op [geboortedag] 1973 te [geboorteplaats]. De verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van het voorhanden hebben, vervoeren, afleveren en verkopen van ongeveer 40 kilogram cocaïne, alsook voor het voorhanden hebben van een automatisch vuurwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 13 april 2021 tot en met 20 mei 2021 in Vianen en Alphen aan den Rijn betrokken was bij de handel in cocaïne, waarbij hij samen met anderen handelde. De verdachte heeft op de terechtzitting verklaard dat hij aanwezig was bij de overdracht van de cocaïne en dat hij een actieve rol speelde in de voorbereiding en uitvoering van de drugshandel. De rechtbank heeft op basis van bewijs, waaronder chatberichten en camerabeelden, geconcludeerd dat de verdachte opzettelijk cocaïne heeft voorhanden gehad en verkocht. Daarnaast is de verdachte ook veroordeeld voor het voorhanden hebben van een machinepistool van het merk CZ model 61, kaliber 7.65 mm. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 66 maanden opgelegd, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de georganiseerde drugshandel meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/232809-21
Datum uitspraak: 2 juni 2023
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1973 te [geboorteplaats] ,
BRP- [adres 1] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 19 mei 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. E.J. van Drongelen en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. R.P. van der Graaf naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 april 2021 tot en met 20 mei 2021 te Vianen, gemeente Vijfheerenlanden en/of Alphen aan den Rijn en/of Nieuwkoop, althans (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 40 kilogram cocaïne in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij in of omstreeks de periode van 14 mei 2021 tot en met 15 mei 2021 te Alphen aan den Rijn, althans (elders) in Nederland, tezamen en vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een machinepistool, van het merk CZ model 61 (Scorpion), kaliber 7.65 mm zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren voorhanden heeft gehad;
3
hij in of omstreeks de periode van 14 mei 2021 tot en met 15 mei 2021 te Alphen aan den Rijn, althans (elders) in Nederland, tezamen en vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een machinepistool, van het merk CZ model 61 (Scorpion), kaliber 7.65 mm zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren heeft overgedragen.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder feit 1 en 2 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van feit 3 heeft de officier van justitie gerekwireerd tot vrijspraak.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat bewezen kan worden verklaard het medeplegen van het opzettelijk voorhanden hebben van cocaïne. Ten aanzien van het onder dit feit ten laste gelegde verkopen van die cocaïne heeft de raadsman vrijspraak bepleit. De raadsman heeft namens de verdachte ook vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde onder feit 2 en feit 3. Op specifieke standpunten zal de rechtbank hierna – voor zover relevant – ingaan.
3.3.
Vrijspraak
De rechtbank is met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde feit van oordeel dat dit feit niet wettig en overtuigend is bewezen. Op basis van het dossier kan niet bewezen worden verklaard dat de verdachte een vuurwapen heeft overgedragen.
3.4.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina's van het proces-verbaal met het [nummer] , van de politie eenheid Den Haag, district Alpen aan den Rijn-Gouda, met bijlagen (doorgenummerd p. 1 t/m 1173).
Ten aanzien van feit 1:
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 19 mei 2023, voor zover inhoudende:
Ik blijf bij mijn verklaring die ik op 27 januari 2023 ter zitting heb afgelegd, inhoudende: op 13 april 2021 was ik in de loods in Vianen. Ik was daar toen er 40 blokken cocaïne werden gebracht. Op de beelden ben ik te zien, ik ben de man met de pet. Elk blok was ongeveer 1 kilo. Mijn zoon heeft geholpen de blokken in de andere auto te laden. Mijn zoon wist van het plan en hielp mij een handje. Die blokken werden daarna door [naam 1] naar de woning van mijn vriendin aan [adres 2] in Alphen aan den Rijn gebracht. Het plan was om die blokken achterover te drukken. Ik moest de overdracht regelen, de spullen aannemen en de kopers in contact brengen met [naam 2] . Het zou best kunnen dat dit al in januari 2021 was. Mijn zoon zou delen in de winst.
2. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [naam 1] , opgemaakt op 26 januari 2022 (p. 999 t/m 1009);
De vader en [verdachte] ken ik. Ik ben door [verdachte] benaderd. Ik heb de pakketten ingeladen in de verborgen ruimte van de Honda. Na het inladen ben ik naar [adres 2] gereden en daar zijn de pakketten uitgeladen. Daar waren [verdachte] , [medeverdachte] en de vriendin van [verdachte] . Ik kreeg er € 1000,- voor.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 november 2021, voor zover inhoudende (p. 579 t/m 590):
Op de getoonde beelden zag ik omstreeks 06.01:39 uur één personenauto. Ik zag dat het voertuig een grijskleurige Mercedes betrof met [kenteken 1] . Omstreeks 06:01:46 uur zag ik dat persoon B de achterbak van het voertuig opende. Ik zag in de laadbak van het voertuig twee kartonnen dozen. Omstreeks 06:01:51 uur zag ik dat persoon B deze dozen één voor één uit het voertuig pakte en deze dozen rechts van hem op de grond zette. Ik zag dat de dozen waren voorzien van bruinkleurige ductape. Omstreeks 06:02:10 uur zag ik dat een vierde persoon, aangeduid met letter D de loods betrad. Ik omschrijf genoemde persoon met het hieronder staande signalement. Signalement:
Man, slank, smal gezicht, snordragend, bruinkleurige platte (flat cap) pet, donkerkleurige korte gewatteerde jas, donkerkleurige broek met lichtkleurige accenten en zwart kleurige schoenen.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 7 september 2021, voor zover inhoudende (p. 114 t/m 151):
Het inladen van de dozen met verdovende middelen heeft plaatsgevonden in een
loods van het [bedrijf] te Vianen. Op de mobiele telefoon van de
eigenaar van het bedrijf is een filmpje veiliggesteld waarop het inladen van
‘blokken’ te zien is. De starttijd van het filmpje kan worden gelezen als 13 april 2021 7.24 uur.
Omstreeks 06.24.13 uur zag ik dat persoon C de knop van het automatische rolluik indrukte en de Honda Jazz achteruit genoemde loods inreed. Persoon B staat ook in de loods. Wanneer de Honda Jazz in de loods staat, gaat het rolluik weer dicht. Ik zag persoon C met handschoenen aan uit beeld liep (richting de camera achterzijde van de loods) en persoon B het linker voorportier openende van de Honda Jazz.
Ik zag en telde in de film een aantal van 20 blokken uit doos 1, die kennelijk in een verborgen ruimte van de Honda Jazz met [kenteken 2] . werden verstopt. Ook zag ik dat uit doos 2 vier blokken in de verborgen ruimte werd gestopt. Het restant van de blokken in doos 2 werden geheel in doos 2 in de achterbak van genoemd voertuig geplaatst. Mij bleek dat de personen A, B en C volledig met elkaar samenwerkte.
De persoon aangeduid met de letter A is de bestuurder van het voertuig die de loods komt binnenrijden in een grijskleurige Honda Jazz voorzien van [kenteken 2] en aan het eind van de film de loods als bestuurder van genoemd voertuig weer verlaat. Ik zag dat [naam 1] [geboortedatum 1] zeer sterke gelijkenissen vertoont met de man in het filmpje genoemd onder de letter A.
De persoon aangeduid met de letter B is de persoon die reeds in de loods aanwezig is als het voertuig komt binnenrijden, de deur sluit en aan het eind van de film als bijrijder in het voertuig de loods verlaat. Ik zag dat [medeverdachte] , [geboortedatum 2] zeer sterke gelijkenissen vertoont met de man in het filmpje genoemd onder de letter B.
De persoon aangeduid met letter C is de persoon die reeds in de loods aanwezig is
als het voertuig komt binnenrijden, het rolluik opent en aan het eind van de film het
rolluik sluit en als enige persoon achterblijft in de loods. Op 31 augustus 2021 is
verdachte [naam 3] gehoord. Desgevraagd gaf [naam 3] aan dat persoon C,
[naam 2] ( [geboortedatum 3] ) betrof.
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 13 oktober 2021, voor zover inhoudende (p. 3 t/m 7):
Uit onderzoek in de data van het ANoM platform bleek dat bovenstaande IMEI-nummers gebruikt zijn voor de communicatie met onderstaande ANoM accounts:
[username 1] , geïdentificeerd als [medeverdachte]
[username 2] , geïdentificeerd als [verdachte]
[username 3] , geïdentificeerd als [verdachte]
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 2 september 2021, voor zover inhoudende (p. 303 t/m 327):
Hieronder zijn de bij de drugsdiefstal en verkoop betrokken gebruikersaccounts vermeld met indien bekend de bijnaam of de geïdentificeerde gebruiker:
1. [username 1] : [medeverdachte]
2. [username 2] / [username 3] / [username 4] : [verdachte]
Uit chats blijkt dat [verdachte] en ongeïdentificeerde [username 5] het op 12 april 2021 hebben over '40 stuks' welke wel nog eerst in handen gekregen moeten worden. Dit zou dus zeer vermoedelijk over de 40 blokken cocaïne gaan welke de volgende dag, op 13 april 2021 weggenomen zijn.
[username 3] ( [verdachte] ) stuurt op 13 april 2021 om 07:18 uur (UTC+0, dus werkelijke tijd 09:18 uur in Nederland UTC+2): “ [bijnaam] heb ze voor je”. Op de camerabeelden van [bedrijf] is op 13 april 2021 om 06:24 uur (vermoedelijk werkelijke tijd 1 uur later, dus 07:24 uur) te zien dat vermoedelijk (de gestolen) cocaïne in een Honda Jazz wordt geladen.
Daarna volgen diverse chats van [verdachte] waaruit blijkt dat hij samen met [username 6] een partij drugs met het stempel FENIX ter beschikking heeft en aan het verkopen is. De partij is kennelijk van goede kwaliteit en 25.000 euro per kilo waard. [verdachte] heeft er op 13 april al kennelijk 2 van weggedaan. De blokken hebben een stempel van een vogel met de naam FENIX.
Tekst
Datum/tijd
Deelnemers gesprek
Actor
We zijn er nog niet
2021-04-12 19:09:08
[username 5] ; [username 3]
[username 3]
Nee 40
2021-04-12 19:09:13
[username 5] ; [username 3]
[username 3]
Nee je moet ze eerst in je handen hebben
2021-04-12 19:09:26
[username 5] ; [username 3]
[username 5]
Ja dat heb je goed [bijnaam]
2021-04-12 19:09:55
[username 5] ; [username 3]
[username 5]
[bijnaam] heb ze voor je
2021-04-13 07:18:21
[username 5] ; [username 3]
[username 3]
Alles is top gegaan
2021-04-13 07:31:38
[username 5] ; [username 3]
[username 3]
Kan je een foto sturen
2021-04-13 09:14:05
[username 5] ; [username 3]
[username 5]
[stuurt foto]
2021-04-13 09:16:58
[username 5] ; [username 3]
[username 3]
[stuurt foto]
2021-04-13 09:17:20
[username 5] ; [username 3]
[username 3]
Zitte in originele verpakking
2021-04-13 09:18:16
[username 5] ; [username 3]
[username 3]
Een Fenix vogel staat er op
2021-04-13 09:19:31
[username 5] ; [username 3]
[username 3]
Het is fenix stempel zijn er genoeg in nl maar pas op er mee je weet is jack spul
2021-04-14 07:09:08
[username 3] ; [username 6]
[username 3]
Kwalie is echt goed
2021-04-14 07:09:40
[username 3] ; [username 6]
[username 3]
En wat kosten ze mijn danb
2021-04-14 07:11:48
[username 3] ; [username 6]
[username 6]
25
2021-04-14 07:12:06
[username 3] ; [username 6]
[username 3]
[stuurt foto met blok, opschrift ‘# 1 FENIX’]
2021-04-14 07:40:58
[username 3] ; [username 6]
[username 6]
Onderstaande berichten gaan vermoedelijk over de verkoop van de blokken, de prijs en de hoeveelheid. Met ' [medeverdachte] ' wordt (papier)geld bedoeld, zo is ambtshalve bekend.
Tekst
Datum/tijd
Deelnemers gesprek
Actor
Gister heb ik 2 weg gedaan aan een jonge die doe heel veel en hij heb ze niet eens open gemaakt hij wist al deze goed zyn hj had ze eerder gehad meen ik [bijnaam]
2021-04-14 07:43:15
[username 3] ; [username 6]
[username 3]
Hoe veel zijn der nog
2021-04-14 16:49:54
[username 3] ; [username 6]
[username 6]
23
2021-04-14
16:54:41
[username 3] ,
[username 6]
[username 3]
[bijnaam]
2021-04-15 10:55:29
[username 3] ,
[username 6]
[username 6]
Kannze allmaal kwijt vandasg
2021-04-15 10.55 36
[username 3] ,
[username 6]
[username 6]
23 kannik je geven dannheb 1000/en tussennmanetjes de man 500
2021-04-15 10:56:34
[username 3] ,
[username 6]
[username 6]
Nee geen 24500
2021-04-16 13:40:59
[username 3] [username 6]
[username 3]
En het zijn er 8 van 25 en 4 van 23
2021-04-16 13:41:24
[username 3] , [username 6]
[username 3]
12st
2021-04-16 13:41:29
[username 3] , [username 6]
[username 3]
Ze komen zo [medeverdachte] brengen
2021-04-16
16:31:05
[username 5] [username 3]
[username 3]
Uit onderstaande berichten blijkt dat er blokken cocaïne zijn verkocht.
Tekst
Datum/tijd
Deelnemers gesprek
Actor
Zijn 6 verkocht nu
2021-04-16
18:01:07
[username 5] , [username 3]
[username 3]
Heb zo 75 k voor je vast
2021-04-16 18:01:50
[username 5] , [username 3]
[username 3]
Tekst
Datum/tijd
Deelnemers gesprek
Actor
Ja nouja geld zit wel eve goed haha
2021-04-16 20:17:55
[username 1] , [username 3]
[username 1]
Vuilniszakken vol dit keer
2021-04-16 20:18:05
[username 1] , [username 3]
[username 1]
Hoeveel was t nou totaal
2021-04-17 17:00:58
[username 1] , [username 3]
[username 1]
178500
2021-04-17 17:33:18
[username 1] , [username 3]
[username 3]
Okee top he ff
2021-04-17
17:33:45
[username 1] , [username 3]
[username 1]
Echr veel [medeverdachte]
2021-04-17 17:33:48
[username 1] , [username 3]
[username 1]
Ja zeker nu moeten we er nog 1 doen
2021-04-17
17:34:19
[username 1] , [username 3]
[username 3]
Moeten goed op letten [bijnaam]
2021-04-17
20:08:08
[username 1] , [username 3]
[username 3]
Schijnt van echt heftige groep af te komen deze bricks
2021-04-17
20:08:48
[username 1] , [username 3]
[username 3]
Ten aanzien van feit 2:
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 19 mei 2023, voor zover inhoudende:
Ik blijf bij mijn verklaring die ik op 27 januari 2023 ter zitting heb afgelegd, inhoudende: Ik heb die foto gemaakt waar die scorpion op zichtbaar is.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 13 oktober 2021, voor zover inhoudende (p. 3 t/m 7):
Uit onderzoek in de data van het ANoM platform bleek dat bovenstaande IMEI-nummers gebruikt zijn voor de communicatie met onderstaande ANoM accounts:
[username 1] , geïdentificeerd als [medeverdachte]
[username 2] , geïdentificeerd als [verdachte]
[username 3] , geïdentificeerd als [verdachte]
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 september 2021, voor zover inhoudende (p. 16 t/m 52):
Timestamp
From ID
Sender
Message
2021-05-14 14:17:40
[username 2]
[nickname 1]
Ik kan een heel klein rol kopen
2021-05-14 14:17:40
[username 2]
[nickname 1]
En een scorpion
2021-05-14 16.06.53
[username 1]
[nickname 2]
Wat moet je betalen voor die ratel
2021-05-14 16.07.04
[username 2]
[nickname 1]
1500
2021-05-14 16.07.24
[username 2]
[nickname 1]
En 3 voor die rol
2021-05-14 16.07.42
[username 2]
[nickname 1]
Zullen we ze zamen pakken
2021-05-14 16.07.50
[username 1]
[nickname 2]
Ja is goed
2021-05-14 16.08.09
[username 2]
[nickname 1]
Dit is een scorpioen
2021-05-1416.08:41
[username 1]
[nickname 2]
Okee geef die maar
Timestamp
From ID
Sender
Message
2021-05-15 20:47:02
[username 2]
[nickname 1]
FOTO 1
2021-05-15 20:47:32
[username 2]
[nickname 1]
FOTO 2
2021-05-15 20:48:07
[username 2]
[nickname 1]
FOTO 3
2021-05-15 20:51:17
[username 2]
[nickname 1]
Heb m echt voor wijnig gehad
2021-05-15 20.53.01
[username 1]
[nickname 2]
Heb die gek er zelf ook 1
2021-05-15 20:59:15
[username 2]
[nickname 1]
Ja [bijnaam] dit zijn echt toppers
2021-05-15 21:06:09
[username 2]
[nickname 1]
Is voor voor als er echt wat is snap je [bijnaam]
Op 15 mei 2021 stuurt [username 2] een drietal foto's naar [username 1] . Deze foto's betreffen een automatisch gelijkend vuurwapen. Bij de verstuurde foto's is een GPS locatie gekoppeld. [adres 2] , Alphen aan den Rijn. Uit het GBA bleek mij dat de vriendin van [username 2] , [naam 4] , [geboortedatum 4] staat ingeschreven aan [adres 2] te Alphen aan den Rijn. Na onderzoek bleek mij dat [adres 2] het verblijfadres is van [username 2] . [username 2] geeft in de chatberichten aan: Heb m echt voor wijnig gehad en dat: Is voor voor als er echt wat is snap je [bijnaam] . Uit bovenstaand chatgesprek wordt mogelijk gesproken over het aangeschafte vuurwapen die gebruikt kan worden voor als er echt iets is.
Foto 1:
Foto 2:
Foto 3:
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 13 augustus 2021, voor zover inhoudende (p. 57 t/m 61):
De foto's zijn nader onderzocht en het volgende is bevonden. Het op de foto’s afgebeelde wapen betreft hoogst waarschijnlijk een machinepistool van de Tsjechische fabrikant CZ (Ceska Zbrojovka) model 61, kaliber 7.65 mm. Dit wapen wordt in de volksmond vaak een Scorpion genoemd vanwege het feit dat de draadkolf als de staart van een schorpioen over het wapen gelegd kan worden. Op basis van de uiterlijke kenmerken en het materiaal waarvan het wapen gemaakt is betreft het hier zeer waarschijnlijk een scherpschietend vuurwapen.
3.5.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1: voorhanden hebben, vervoeren en afleveren
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte op 13 april 2021 in de loods in Vianen 40 kilo cocaïne voorhanden heeft gehad. De verdachte heeft dat ook bekend. Hij heeft verklaard dat het om 40 kilo cocaïne ging en dat de cocaïne naar de woning van zijn vriendin in Alphen aan den Rijn is vervoerd door [naam 1] . Op de beelden is voorts te zien dat [medeverdachte] meehelpt met het plaatsen van de blokken in de auto.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af.
De verdachte was aanwezig in de loods toen de blokken cocaïne daar werden gebracht. De verdachte wist van het plan om de blokken te plaatsen in een andere auto en dat deze auto vervolgens is gereden naar de woning van de vriendin van de verdachte in Alphen aan de Rijn, waar de verdachte ook aanwezig was.
De verdachte heeft zich actief met de voorbereiding bezig gehouden en was op cruciale momenten aanwezig bij de overdrachtshandelingen. Hij heeft samengewerkt met anderen bij het voorhanden hebben, vervoeren en afleveren van de blokken cocaïne. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachte(n) die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen bewezen.
De rechtbank is daarom van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte, samen met anderen, opzettelijk 40 kilo cocaïne voorhanden heeft gehad, heeft vervoerd en heeft afgeleverd.
Ten aanzien van feit 1: verkopen
De verdachte heeft verklaard dat de cocaïne vervolgens door anderen is opgehaald en dat hij daarna een deel terug zou krijgen, maar dat dat nooit is gebeurd. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of er voldoende wettig en overtuigend bewijs is om tot het oordeel te komen dat de verdachte – al dan niet met anderen – de cocaïne heeft verkocht.
De ANOM-telefoons
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de berichten op de aangetroffen telefoons voldoende blijkt dat (delen van) de 40 blokken cocaïne zijn verkocht. De berichten gaan onmiskenbaar over de partij van 40 kilo cocaïne, die kort daarvoor is gestolen. In de berichten wordt gesproken over aantallen, kilo’s, prijzen en omzet.
De verdachte heeft verklaard dat hij in de bedoelde periode de telefoon(s) wel vaak maar niet aldoor voorhanden heeft gehad. Hij moest de telefoon soms namelijk ook weer inleveren bij zijn opdrachtgevers en hij is dus ook niet altijd de verzender of ontvanger geweest van de berichten. De rechtbank neemt in aanmerking dat het gaat om chats in de periode van 12 april tot en met 17 april 2021. De verdachte heeft niet verklaard hoe en wanneer de telefoons dan steeds werden overgedragen. Evenmin heeft hij uitgelegd hoe de personen met wie hij contact had via die telefoons dan konden weten op welke momenten hij de gebruiker van de telefoon was. Zonder een antwoord op deze vragen acht de rechtbank de verklaring van de verdachte op dit punt buitengewoon onaannemelijk. Daarbij is van belang dat het ging om zogenoemde cryptotelefoons, waarvan de chats in de regel een heimelijk karakter hebben. De gebruiker van zo’n telefoon zal moeten weten met wie hij contact heeft en dat verhoudt zich eenvoudigweg niet met de verklaring van de verdachte. Voor de rechtbank staat daarom vast dat de verdachte in de genoemde periode onafgebroken de persoon achter de accountnamen [username 2] en [username 3] is geweest en dat het dus de verdachte is geweest die telkens de berichten, zoals in de bewijsmiddelen opgenomen, ontving en/of verstuurde. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de ten laste gelegde periode (een deel van) de cocaïne heeft verkocht. De rechtbank is voorts van oordeel dat de verdachte dit telkens tezamen en in vereniging met anderen heeft gedaan, nu blijkt dat daar veelvuldig over is gecommuniceerd – over en weer – en dat ook blijkt dat de winst is verdeeld tussen de verdachten.
Ten aanzien van feit 2: voorhanden hebben vuurwapen
De verdachte heeft verklaard dat hij de foto’s van de scorpion heeft gemaakt. Reeds daarom is de rechtbank van oordeel dat de verdachte, minst genomen op het moment van het maken van de foto’s, het vuurwapen voorhanden heeft gehad. De verdachte heeft verklaard dat het vuurwapen hem is aangeboden, maar dat hij het vuurwapen niet heeft gekocht en dus niet voorhanden heeft gehad. De rechtbank gaat voorbij aan dit verweer. De rechtbank is, gelet op de inhoud van de berichten in de telefoons en de foto’s, van oordeel dat de verdachte in de genoemde periode de scorpion voorhanden heeft gehad. Dat er sprake is van een ‘echt’ (en niet namaak) automatisch vuurwapen blijkt uit de verklaring van de verdachte en de berichten inhoudende dat het vuurwapen is aangeschaft ‘voor als er echt wat is’.
Ten laste is gelegd dat de verdachte het vuurwapen met anderen voorhanden heeft gehad. De rechtbank acht onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig om vast te stellen dat de verdachte tezamen en in vereniging met anderen het vuurwapen voorhanden heeft gehad.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat de feiten 1 en 2 wettig en overtuigend zijn bewezen.
3.6.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 13 april 2021 tot en met 20 mei 2021 te Vianen en Alphen aan den Rijn en/of Nieuwkoop, althans (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad en vervoerd en afgeleverd, ongeveer 40 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of opzettelijk heeft verkocht een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij in de periode van 14 mei 2021 tot en met 15 mei 2021 te Alphen aan den Rijn, een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een machinepistool, van het merk CZ model 61 (Scorpion), kaliber 7.65 mm zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren voorhanden heeft gehad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar en zes maanden met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van de strafmaat verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De raadsman heeft ten aanzien van de voorlopige hechtenis verzoeken gedaan, waarop de rechtbank hierna, onder 7, in zal gaan.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben en vervoeren van 40 kilo cocaïne en het verkopen van een deel daarvan. De verdachte vervulde een wezenlijke rol bij de ripdeal. Hij was betrokken bij de voorbereiding van het plan daartoe, bij de feitelijke uitvoering daarvan en heeft zich met de verkoop bezig gehouden. Het is algemeen bekend dat met de handel in cocaïne aanzienlijke financiële belangen zijn gemoeid en grote winsten worden behaald. De grootschalige handel in harddrugs is in handen van de georganiseerde misdaad die haar (financiële) belangen veiligstelt met behulp van omkoping en geweld, hetgeen een ontwrichtende invloed heeft op de samenleving. De kans hierop is niet alleen reëel, maar heeft zich op de achtergrond van deze zaak ook meermalen geopenbaard, in de vorm van verschillende bedreigingen en zelfs het teweegbrengen van explosies bij de woningen van de verdachte en zijn familie. Dit is niet alleen gevaarzettend voor direct betrokkenen, maar ook voor andere, onschuldige burgers. Het gebruik van harddrugs zoals cocaïne brengt bovendien grote schade toe aan de volksgezondheid. De verdachte heeft met zijn handelen cocaïne in omloop gebracht en heeft daarbij enkel zijn eigen financiële belangen gediend. Dat rekent de rechtbank de verdachte aan.
De verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een automatisch vuurwapen. Dat het ongecontroleerde bezit van vuurwapens een gevaar vormt voor de samenleving blijkt uit het feit dat er regelmatig vuurwapenincidenten plaatsvinden, in sommige gevallen met dodelijk afloop. Het ongecontroleerde bezit dient met het oog op de veiligheid van personen en ter voorkoming van gevoelens van onveiligheid in de samenleving streng te worden gestraft.
De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van de verdachte van 20 april 2023.
De rechtbank houdt rekening met het feit dat de verdachte op 8 juni 2021 is veroordeeld voor het voorhanden hebben van een revolver. Artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht is van toepassing.
De rechtbank heeft kennis genomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 23 januari 2023. Hieruit volgt dat het risico op recidive en letselschade wordt ingeschat als gemiddeld. Ook blijkt dat de verdachte geen structurele dagbesteding heeft maar zorgt voor zijn zoon, de [medeverdachte] , die bij hem inwoont en die lichamelijk en psychisch ziek is. Ook is voor de rechtbank duidelijk dat de gevolgen van detentie en de nasleep van de delicten uitwerking hebben op de verdachte. De omgeving van de verdachte is hard getroffen en dat heeft voor de verdachte verregaande consequenties gehad. De reclassering maakt zich zorgen over het psychisch welbevinden van de verdachte. De reclassering adviseert bij veroordeling een hoge voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden bestaande uit een meldplicht, ambulante behandeling en meewerken aan middelencontrole.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Daarin is als uitgangspunt vermeld bij het voorhanden hebben van meer dan 20 kilo harddrugs, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van meer dan 36 maanden. Ten aanzien van het (onder andere) verkopen van meer dan 20 kilo harddrugs is het uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van meer dan 50 maanden. Ten aanzien van het voorhanden hebben van een automatisch vuurwapen is het uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden. De rechtbank neemt in haar oordeel mee dat er sprake is van samenwerking en samenloop.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van een zekere duur met zich brengt. Gelet op de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de grote rol van de verdachte daarbij, acht de rechtbank enkel een gevangenisstraf van meer dan vier jaren passend en geboden. Dat betekent dat er geen ruimte is voor een voorwaardelijk strafdeel. De reclassering zal daarom niet gevolgd worden in haar advies.
De rechtbank acht, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 66 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De voorlopige hechtenis

7.1.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft omtrent de voorlopige hechtenis verzoeken gedaan vanwege de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Primair is het verzoek gedaan om de voorlopige hechtenis bij einduitspraak op te heffen en subsidiair om de schorsing van de voorlopige hechtenis door te laten lopen in hoger beroep.
7.2.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft oog voor de belangen die de verdachte heeft bij opheffing en schorsing van de voorlopige hechtenis, maar is van oordeel dat de belangen van strafvordering zwaarder wegen. De verzoeken van de verdediging om de voorlopige hechtenis op te heffen of te schorsen bij einduitspraak worden daarom afgewezen.

8.De inbeslaggenomen voorwerpen

8.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder 1 genoemde voorwerp (hierna: het horloge) kan worden teruggegeven aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon. De officier van justitie heeft daarbij verklaard dat het horloge reeds vernietigd is.
De officier van justitie heeft ten aanzien van de onder 2 en 3 genoemde voorwerpen (hierna: twee geldbedragen) het standpunt ingenomen dat dit beslag geen onderdeel is van deze strafzaak en dat hij na afloop van deze strafzaak een beslissing zal nemen. De officier van justitie heeft wel aangegeven het verzoek te zullen doen tot het leggen van conservatoir beslag.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat zowel het horloge als de geldbedragen moeten worden teruggegeven aan de verdachte.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet, zal de rechtbank de teruggave gelasten aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon van het op de beslaglijst onder 1 genoemde voorwerp, het horloge.
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 2 en 3 genoemde voorwerpen verbeurd verklaren. Het gaat om twee geldbedragen die onder de verdachte in beslag zijn genomen. De verdachte heeft over deze bedragen verklaard dat deze mede bestaan uit gelden die zijn voortgekomen uit strafbaar handelen. Buiten redelijke twijfel staat vast dat dit geld is verkregen met behulp van de bewezen verklaarde feiten. De geldbedragen zijn daarom voor verbeurdverklaring vatbaar.
Bij de vaststelling van deze bijkomende straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a, 47, 57, 63 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.6 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B en C van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 66 (zesenzestig) maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
gelast de teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon van het op de beslaglijst onder 1 genoemde voorwerp, te weten:
1 STK Horloge, (Omschrijving: DH7R021042_702769, replica merkvervalsing, Zilver, merk: Rolex);
verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 2 en 3 genoemde voorwerpen, te weten:
  • 17250 EUR IBN 21-05-2021, (Omschrijving: PL1500-2021141314-2594381);
  • 2300 EUR IBN 21-05-2021, (Omschrijving: PL1500-2021141314-2594425).
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.G. de Lange-Tegelaar, voorzitter,
mr. P.G. Salvadori, rechter,
mr. S.E. van den Brink, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Ferwerda, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 juni 2023.