ECLI:NL:RBDHA:2023:7887

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 juni 2023
Publicatiedatum
2 juni 2023
Zaaknummer
NL23.7091
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Sierra Leoonse vrouw met dochter in verband met risico op vrouwenbesnijdenis bij terugkeer naar Sierra Leone

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van een Sierra Leoonse vrouw tegen de afwijzing van haar opvolgende asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, geboren in 1995, heeft op 8 maart 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris op 8 maart 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft op 19 april 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel eiseres als haar gemachtigde en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat er geen reëel risico bestaat dat de dochter van eiseres bij terugkeer naar Sierra Leone zal worden besneden. Eiseres heeft aangevoerd dat zij en haar dochter behoren tot de Krio-gemeenschap, waar vrouwenbesnijdenis minder voorkomt dan in andere delen van Sierra Leone. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van het kind en dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar dochter tot een kwetsbare sociale groep behoort.

De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris zich terecht baseert op eerdere rapporten en ambtsberichten die de situatie in Sierra Leone beschrijven. De rechtbank volgt de argumenten van eiseres niet, waaronder de stelling dat onbesneden vrouwen in Sierra Leone als een sociale groep moeten worden gezien die risico loopt op vervolging. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen, en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.7091

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 juni 2023 in de zaak tussen

[eiseres], v-nummer: [nummer] , eiseres
(gemachtigde: mr. A.C. Pool),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. R.R. de Groot).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar opvolgende asielaanvraag. Eiseres is van Sierra Leoonse nationaliteit en stelt te zijn geboren op [geboortedatum] 1995. Zij heeft op 8 maart 2022 haar tweede aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft deze aanvraag met het bestreden besluit van 8 maart 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 19 april 2023 samen met zaak NL23.7092 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres, omdat hij haar asielrelaas ongeloofwaardig vindt. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat niet aannemelijk is dat de dochter van eiseres bij terugkeer naar Siërra Leone een reëel risico loopt om te worden besneden. Verder is de rechtbank van oordeel dat de dochter van eiseres niet behoort tot een kwetsbare sociale groep en dat de staatssecretaris in de besluitvorming voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de dochter van eiseres als minderjarig kind. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot deze oordelen komt en welke gevolgen deze oordelen hebben.
Het asielrelaas
4. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. In de vorige asielprocedure van eiseres heeft de staatssecretaris haar identiteit en herkomst niet geloofwaardig geacht. Eiseres heeft bij de opvolgende aanvraag geboorteaktes van haarzelf en haar dochter overlegd. Eiseres heeft een minderjarige dochter. Zij vreest dat haar dochter bij terugkeer naar Sierra Leone zal worden gedwongen om zich te laten besnijden als initiatierite voor het geheime Bondo-vrouwengenootschap. Gezien haar kwetsbare psychische toestand zal eiseres zich naar eigen zeggen niet kunnen verzetten tegen druk uit de Sierra Leoonse gemeenschap om haar dochter te laten besnijden. Daartoe wijst eiseres op een medische rapportage van ARQ Centrum ’45 van 18 februari 2022.
Het bestreden besluit
5. In deze procedure heeft eiseres als nieuwe relevante elementen haar geboorteakte en die van haar dochter overlegd. Verder heeft eiseres een brief van de Kinder- en Jeugdpsychiater (ARQ Centrum’45) overlegd. De staatssecretaris stelt zich hierover op het standpunt dat de geboorteaktes geen identificerende documenten zijn, en dat eiseres haar identiteit en die van haar dochter daarmee nog steeds niet aannemelijk heeft gemaakt. Over de brief van de psychiater stelt de staatssecretaris zich op het standpunt dat het asielrelaas van eiseres in de vorige procedure ongeloofwaardig is geacht en dat deze brief niet anders maakt dat eiseres’ asielrelaas nog steeds ongeloofwaardig is. Eiseres heeft volgens de staatssecretaris door middel van deze brief niet aannemelijk gemaakt dat zij daadwerkelijk een reële vrees heeft dat haar dochter zal worden besneden na terugkeer in Sierra Leone.
Bestaat er een reë
el risico op besnijdenis van de dochter van eiseres bij een terugkeer naar Sierra Leone?
6. Eiseres betoogt dat de staatssecretaris zich ten onrechte op het standpunt stelt dat alleen de nationaliteit van haarzelf en haar minderjarige dochter onvoldoende is om een reëel risico op Female Genital Mutilation (FGM) bij terugkeer aan te nemen. Uit algemene informatie blijkt dat het percentage besneden vrouwen in Sierra Leone hoog is en dat dit percentage niet daalt. Verder voert eiseres aan dat in de vorige asielprocedure niet vast is komen te staan dat ze niet behoort tot de Temne bevolkingsgroep, maar tot de (christelijke) Krio-bevolkingsgroep. Voor zover daar wel van moet worden uitgegaan geldt dat de staatssecretaris verwijst naar een ambtsbericht van mei 2011, maar bij het gedeelte uit het ambtsbericht waar staat dat vrouwen die behoren tot de Krio-bevolkingsgroep een uitzondering vormen op het hoge percentage besneden vrouwen in Sierra Leone geen bronvermelding staat. Eiseres verwijst zelf naar bronnen waaruit volgens haar volgt dat vrouwenbesnijdenis weliswaar minder voorkomt onder de Krio-bevolkingsgroep, maar dat dit mede afhankelijk is van andere factoren naast geloof en etniciteit. Ook wijst eiseres op een rapport over FGM van Team Onderzoek en Expertise Land en Taal (TOELT) van oktober 2022 waaruit volgens eiseres volgt dat FGM ook voorkomt onder de Krio-bevolking en dat 19,6 % van de vrouwen uit deze bevolkingsgroep zijn besneden, ook al hangen zij het christelijke geloof aan. Daarbij volgt uit het rapport van TOELT dat onbesneden vrouwen te maken krijgen met veel stigma, dat er ontvoeringen en gedwongen besnijdenissen plaatsvinden en dat er sprake is van discriminatie jegens onbesneden vrouwen. Volgens eiseres heeft de staatssecretaris in het bestreden besluit niet gemotiveerd waarom dit onvoldoende is om een verblijfsvergunning te verlenen. Verder is de staatssecretaris volgens eiseres niet inhoudelijk ingegaan op de overwegingen van deze rechtbank, zittingsplaats Zwolle van 17 januari 2023 [1] , waarin uiteen is gezet waarom in het algemeen sprake is van een onaanvaardbaar risico op FGM in Sierra Leone. In de uitspraak wordt in algemene termen gesproken over ‘de gemeenschap’ in Sierra Leone waar besnijdenis op grote schaal voor komt. Tevens is niet volgens eiseres gemotiveerd waarom ten aanzien van de dochter van eiseres geen sprake zou zijn van onaanvaardbare discriminatie als onbesneden meisje in Sierra Leone. Verder heeft de staatssecretaris volgens eiseres onvoldoende gemotiveerd waarom er van kan worden uitgegaan dat zelfs áls eiseres tot de christelijke Krio bevolkingsgroep behoort, het voor haar mogelijk zal zijn om zich te handhaven, gezien haar psychische kwetsbaarheid. Eiseres wijst op een uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Rotterdam van 6 mei 2014. [2]
7. De staatssecretaris stelt zich terecht op het standpunt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar dochter bij terugkeer naar Siërra Leone een reel risico loopt om te worden besneden. De staatssecretaris is ten eerste terecht uitgegaan van de conclusie uit het rapport taalonderzoek van 16 maart 2018, waaruit volgt dat eiseres eenduidig te herleiden is tot de spraakgemeenschap binnen [plaats] en dat aannemelijk is dat zij behoort tot de Krio-bevolkingsgroep. Dit rapport heeft gediend ter onderbouwing van de afwijzing van de eerste asielaanvraag van eiseres. Dit besluit staat inmiddels in rechte vast. Hoewel dat niet betekent dat de staatssecretaris dan ook in deze asielprocedure zo maar van deze conclusie uit kan gaan, heeft eiseres in deze procedure geen aanknopingspunten gegeven dat van de conclusie uit het TOELT rapport niet meer kan worden uitgegaan.
8. De rechtbank overweegt vervolgens dat uit het ambtsbericht over Sierra Leone uit 2011 volgt dat FGM veelvuldig voorkomt in Sierra Leone, maar dat de Krio-bevolkingsgroep hierop een uitzondering vormt. Vrouwenbesnijdenis binnen die bevolkingsgroep is niet breed geaccepteerd. Uit het TOELT rapport blijkt dat 19,6% van de Krio-vrouwen is besneden. Daarbij is ook zeer van belang dat op de zitting is gebleken dat uit het rapport van TOELT ook volgt dat in 2019 slechts 0,8% van de meisjes tot 14 jaar, waarvan de moeder de Krio etniciteit heeft, zijn besneden. Dede omstandigheid dat 19,6% van de Krio-vrouwen in totaal is besneden zegt dus niet direct iets over hoeveel Krio-meisjes op dit moment nog worden besneden. Dat maakt dat de vrees voor besnijdenis van de dochter van eiseres, die nu zeven jaar is, niet aannemelijk is. De omstandigheid dat uit het rapport van TOELT volgt dat het percentage besneden vrouwen in Sierra Leone in de leeftijdsgroep van 15 tot 49 jaar erg hoog is doet daaraan niet af. Het gaat immers om de huidige vrees voor besnijdenis van de dochter van eiseres.
9. De rechtbank volgt niet het betoog van eiseres ter zitting dat de cijfers en percentages die in het TOELT rapport staan niet betrouwbaar zijn, omdat leden van het Bondo-genootschap niet open zouden zijn over de hoeveelheid besnijdenissen, en dat de 0,8% genoemd in het rapport van TOELT daarom te laag zou zijn. In dat geval valt immers ook niet in te zien waarom de rest van de informatie in het TOELT rapport, zoals dat het percentage besneden vrouwen in Sierra Leone hoog is en waar eiseres een beroep op heeft gedaan, betrouwbaar is. Bovendien heeft de rechtbank reeds overwogen dat de omstandigheid dat 83% van de Sierra Leoonse vrouwen is besneden niet direct iets zegt over het risico dat de dochter van eiseres loopt op FGM bij terugkeer.
10. Ook de verwijzing van eiseres naar de uitspraak van zittingsplaats Rotterdam leidt niet tot een ander oordeel. Hoewel uit die uitspraak volgt dat de omstandigheid dat psychische problematiek kan leiden tot de conclusie dat een vrouw niet in staat zal zijn om haar dochter te beschermen, is de staatssecretaris er in het geval van eiseres terecht vanuit zal gaan dat er geen aanknopingspunten zijn dat eiseres en haar dochter zich bij terugkeer niet zullen vestigen in de gemeenschap van de christelijke Krio-bevolkingsgroep. De druk om de dochter te laten besnijden is dan niet aannemelijk.
Op de zitting heeft de staatssecretaris zich verder terecht op het standpunt gesteld dat de uitspraak van zittingsplaats Zwolle ook niet leidt tot een gegrond beroep, nu de vreemdeling waarover die uitspraak gaat behoort tot de Temne-bevolkingsgroep.
De beroepsgronden van eiseres slagen dus niet.
Is er een reëel risico op vervolging omdat de dochter van eiseres behoort tot een sociale groep, te weten onbesneden vrouwen?
11. Eiseres betoogt dat onbesneden Sierra Leoonse vrouwen moeten worden gezien als een sociale groep ten aanzien waarvan vervolging plaatsvindt zoals bedoeld in het Vluchtelingenverdrag. De staatssecretaris stelt zich volgens haar ten onrechte op het standpunt dat deze groep te groot en ongedifferentieerd is. Juist in de context van hetgeen uit de landeninformatie blijkt over onbesneden jonge vrouwen in Sierra Leone meent eiseres dat aan de omschrijving uit artikel 10, eerste lid, aanhef en onder d van de Kwalificatierichtlijn wordt voldaan en dat er daarom sprake is van een sociale groep. Het gegeven dat de staatssecretaris deze groep niet heeft aangemerkt als kwetsbare sociale groep maakt volgens eiseres niet dat de staatssecretaris dan niet hoeft te toetsen of er sprake is van vluchtelingschap.
12. De rechtbank volgt eiseres niet in haar betoog dat onbesneden vrouwen in Sierra Leone moeten worden gezien als kwetsbare sociale groep. De rechtbank constateert met eiseres dat uit het rapport van TOELT volgt dat er met name op het platteland gevallen bekend zijn van onbesneden meisjes die worden ontvoerd en alsnog tegen hun wil worden besneden en dat meisjes die niet zijn besneden onder druk kunnen worden gezet om zich alsnog te laten besnijden, of om die reden worden buitengesloten en gediscrimineerd. Voorgaande maakt echter niet dat eiseres daarmee aannemelijk heeft gemaakt dat onbesneden vrouwen in Sierra Leone moeten worden gezien als sociale groep. Uit het onder 9. e.v. overwogene volgt immers ook dat etniciteit een belangrijke rol speelt bij de beoordeling van het risico om te worden besneden en dat eiseres als lid van de Krio-bevolkingsgroep daarom hoe dan ook niet behoort tot een aparte sociale groep als bedoeld in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder d, van de Kwalificatierichtlijn. De vraag of
alleonbesneden vrouwen in Sierra Leone moeten worden gezien als kwetsbare bevolkingsgroep behoeft om deze reden geen nadere behandeling,
Heeft de staatssecretaris voldoende rekening gehouden met de belangen van de minderjarige dochter van eiseres?
13. Eiseres betoogt dat de staatssecretaris de belangen van de minderjarige dochter niet goed in kaart heeft gebracht. Eiseres verwijst naar de door deze rechtbank, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch gestelde prejudiciële vragen. [3] Eiseres verzoekt om de zaak aan te houden, tenzij de rechtbank eiseres volgt in haar betoog dat de staatssecretaris eerst concreet onderzoek had moeten doen naar de belangen van de minderjarige dochter van eiseres. Ter zitting heeft eiseres er nog op gewezen dat de staatssecretaris rekening had moeten houden met de psychiatrische achtergrond van eiseres en dat eiseres en haar dochter een beperkt netwerk hebben in Sierra Leone, ook onder de Krio. Verder heeft eiseres erop gewezen dat er aan haar en haar dochter een inreisverbod is opgelegd en dat bij het opleggen van een terugkeerbesluit ook rekening moet worden gehouden met de belangen van meereizende kinderen. Dit volgt volgens eiseres uit het arrest van het Hof van Justitie van 23 februari 2023, GS. tegen Duitsland [4] en uit het arrest TQ. [5]
14. De rechtbank volgt het betoog van eiseres niet, nu de staatssecretaris bij de beoordeling van de door eiseres gestelde vrees met betrekking tot haar dochter reeds voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van haar dochter. Eiseres heeft verder niet inzichtelijk kunnen maken waarom onvoldoende rekening is gehouden met de belangen van de dochter van eiseres. Daarbij betrekt de rechtbank de omstandigheid dat niet aannemelijk is geworden dat eiseres niet kan terugkeren naar [plaats] , of dat haar netwerk daar erg beperkt is. Tegen het terugkeerbesluit kan eiseres in deze procedure niet meer opkomen, nu dat al bij de afwijzing van eiseres haar eerste asielaanvraag in 2018 is opgelegd, en dit besluit inmiddels in rechte vaststaat. Zoals de staatssecretaris ter zitting terecht heeft gesteld volgt uit artikel 66a, eerste lid van de Vw 2000 verplicht dat aan eiseres en haar dochter een inreisverbod moet worden opgelegd. De beroepsgronden slagen niet.

Conclusie en gevolgen

15. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de staatssecretaris gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, rechter, in aanwezigheid van mr. R.C. Lubbers, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

2.ECLI:NL:RBROT:2014:3421 (niet gepubliceerd).
3.Zie de uitspraak van 22 oktober 2021, ECLI:NL:RBDHA:202111524.
4.ECLI:EU:C:2023:122.
5.ECLI:EU:C:2021:9.