ECLI:NL:RBDHA:2023:7895
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- L. Willems - Keekstra
- M.C. Drenten-Boon
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 juni 2023 uitspraak gedaan in de zaken NL23.11960 en NL23.11962, waarin verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, een voorlopige voorziening vroegen na afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvragen waren door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 13 april 2023 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekers, die samen met hun minderjarige kinderen optraden, hebben beroep ingesteld tegen deze besluiten en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting vond plaats op 23 mei 2023, waar de verzoekers en hun gemachtigden aanwezig waren, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is de zaak uitvoerig behandeld. De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de aanverwante zaken NL23.11959 en NL23.11961, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen. De verzoeken om een voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L. Willems - Keekstra, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Drenten-Boon, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.