Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 40.
2.De feiten
(…)
BetalingenAlle betalingen dienen te geschieden, zonder kosten voor de schuldeiser, op de wijze en de plaats als de schuldeiser aangeeft (…) zonder enige korting, compensatie, verrekening of voorwaarden.Alle betalingen door de schuldenaar aan de schuldeiser zullen gerekend worden – ongeacht de betalingsomschrijving – allereerst te zijn geschied ter voldoening van de door de schuldeiser voor rekening van de schuldenaar gedane betalingen, de kosten, de verbeurde vergoedingen, vervolgens ter voldoening van de verschenen renten en tenslotte ter voldoening van de hoofdsom.
Directe opeisbaarheid
ingeval van nalatigheid van de schuldenaar in de terugbetaling of rentebetaling op de in deze akte bepaalde wijze, bij niet tijdige betaling van het overigens aan de schuldeiser verschuldigde en indien anderszins door schuldenaar niet wordt voldaan aan of wordt gehandeld in strijd met enige verplichting jegens de schuldeiser;
(…)
De Vennootschap is voornemens haar vordering op de heer [eiser] over te dragen door middel van een Akte van Cessie aan de heer [naam 1] en mevrouw [gedaagde] , (…)’
ten blijke van ontvangst van de mededeling van de cessie’. Hierin is verder het volgende bepaald, waarbij met ‘Vervreemder’ [bedrijf] wordt aangeduid, met ‘Verkrijgers’ [naam 1] en [gedaagde] en met ‘Partijen’ [bedrijf] , [naam 1] en [gedaagde] gezamenlijk:
(…)
Vervreemder heeft een vordering in verband met de overdracht van het aandeel in [adres 1] , groot € 235.000 op de heer [eiser] , verder te noemen “de Vordering”
(…)
alle rechten en acties, voortvloeiende uit huur- of pachtovereenkomsten die het onderpand betreffen (…)
(…)
(…)
(…)
vordering op [eiser] , totaal conform berekening [naam 3] , mail 17/11/2021’. Genoemde e-mail is eveneens aan de akte gehecht. Hierin is verwoord dat als gevolg van het (beperkte) belang van [naam 1] in [bedrijf] en omdat alle openstaande vorderingen op [eiser] afkomstig zouden zijn uit het vermogen van [bedrijf] de vordering van [naam 1] op [eiser] te becijferen is op € 3.953 volgens de volgende berekening:
45x100=4.500 + X 6%x 15,6 jaar = in totaal 8.712 gulden Dat is in totaal EUR 3.953’.
€ 20.994,95
€ 21.000,00-/-
3.Het geschil
4.De beoordeling
Van rente zag hij af, het ging hem om de hoofdsom.” [eiser] vervolgt in de dagvaarding dat [naam 1] en hij de afspraken in de zomer van 2020 nog verder zouden uitwerken en op papier zetten.
‘dat hij uiteindelijk het oorspronkelijke bedrag terug wilde zien’en
‘in een maandelijkse betaling (…) maar dan als inlossing inplaats van rente’de stelling van [eiser] over het maken van een andersluidende afspraak niet kan onderbouwen. Uit die verklaring kan in samenhang met de stellingen van [eiser] hooguit worden afgeleid dat destijds is gesproken over het mogelijk niet betalen van de rente, maar niet dat daadwerkelijk een andere afspraak tot stand is gekomen. Dat zou ook niet stroken met de stelling van [eiser] dat de andersluidende afspraak niet op schrift was gezet en nader uitgewerkt, omdat [naam 1] in 2020 niet naar Nederland kon reizen in verband met de corona-maatregelen. De door [naam 4] genoemde lunch vond namelijk in Nederland plaats, zodat eventuele toen gemaakte afspraken destijds op schrift gezet hadden kunnen worden.
‘ [naam 6] gaf aan dat hij geen maandelijkse betaling verwachtte zolang dit niet mogelijk was door alle perikelen gedurende de crisis en dat hij afzag van de rente.’Het door haar genoemde gesprek vond ver voor het door [eiser] genoemde moment van totstandkoming van de andersluidende afspraak plaats. Bovendien kan uit de bewoordingen niet worden afgeleid dat [naam 1] op dat moment helemaal afzag van de betaling van rente of dat sprake was van een tijdelijk afzien.
‘Mijn vader gaf ook aan dat hij uiteindelijk alleen zijn eigen ingebrachte geld van [eiser] ooit terugbetaald wilde zien.’Onduidelijk is wanneer zij dit heeft gehoord en of zij dit van [naam 1] zelf zou hebben vernomen of van bijvoorbeeld [eiser] .
5.De beslissing
14 juni 2023voor:
12 juli 2023voor antwoordakte namens [eiser] ;