ECLI:NL:RBDHA:2023:7962
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en geboortedatum in het kader van interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen de inwilliging van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser heeft een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd gekregen, maar is het niet eens met de geboortedatum die in het besluit is vermeld. Eiser stelt dat hij geboren is op [geboortedatum] 2004, zoals geregistreerd in Oostenrijk, terwijl in Nederland de geboortedatum [geboortedatum] 2003 is vastgesteld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat eiser tijdens zijn gehoor bij de politie niet heeft verklaard dat hij in 2004 is geboren, en dat de registratie in Oostenrijk enkel gebaseerd is op verklaringen van eiser zelf.
De rechtbank heeft op 20 april 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. De rechtbank overweegt dat de geregistreerde geboortedatum in het land van herkomst leidend is. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zijn geboortedatum in Oostenrijk op een identiteitsdocument of medisch onderzoek is gebaseerd. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht is uitgegaan van de geboortedatum [geboortedatum] 2003, zoals geregistreerd in Syrië, en dat er geen aanleiding was voor een schouw of leeftijdsonderzoek.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eiser ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.