In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 17 december 2022 en is eerder getoetst in eerdere uitspraken. De rechtbank heeft het vooronderzoek gesloten op 26 mei 2023 en heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft. De rechtbank onderzoekt of het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is, aan de hand van de argumenten van eiser en de beroepsgronden die hij heeft aangevoerd. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat de maatregel van bewaring in stand blijft. Eiser had aangevoerd dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering is, maar de rechtbank oordeelt dat het zicht op uitzetting naar Marokko niet ontbreekt. De staatssecretaris heeft voldoende voortvarend gewerkt aan de uitzetting, en de rechtbank ziet geen aanleiding om te concluderen dat de rechtmatigheidsvoorwaarden voor de maatregel niet zijn voldaan. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen. De uitspraak is gedaan door rechter G.W.B. Heijmans, in aanwezigheid van griffier N. ter Horst, en is openbaar uitgesproken.