ECLI:NL:RBDHA:2023:8265

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juni 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
NL23.14536
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J. Boerlage - van den Bosch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met vrijheidsbeperkende maatregel

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een Eritrese vrouw, heeft tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 19 april 2023, hield in dat aan verzoekster een vrijheidsbeperkende maatregel werd opgelegd op basis van artikel 56, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Verzoekster heeft tevens verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij het niet eens was met de opgelegde maatregel. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening, aangezien op dezelfde dag in een andere zaak (NL23.14533) al uitspraak was gedaan op het beroep van verzoekster. Hierdoor was de situatie veranderd en was de voorlopige voorziening niet langer nodig. De rechtbank heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, in aanwezigheid van griffier mr. V. Vegter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.14536

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoekster,

geboren op [geboortedatum] ,
van Eritrese nationaliteit,
V-nummer: [v-nummer]
mede namens haar minderjarige zoon,
[naam] ,
V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. Th.H. Meeuwis),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris.

Procesverloop

Bij besluit van 19 april 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris aan eiseres een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, als bedoeld in artikel 56, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) (hierna: vrijheidsbeperkende maatregel).
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Partijen hebben toestemming verleend de zaak schriftelijk te behandelen. Met toepassing van artikel 8:57, van de Algemene wet bestuursrecht is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.14533, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, rechter, in aanwezigheid van mr. V. Vegter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.