ECLI:NL:RBDHA:2023:8305

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 mei 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
23_1952
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake griffierecht niet betaald in bestuursrechtelijke zaak

In de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 mei 2023, in de zaak met nummer SGR 23/1952, is een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker, een inwoner van een niet gespecificeerde woonplaats, had bezwaar ingediend tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, dat op 9 maart 2023 het actiegebied voor 23 bungalows, waaronder die van verzoeker, had aangewezen. Verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, maar had het vereiste griffierecht niet betaald. De voorzieningenrechter heeft besloten om de behandeling van het verzoek ter zitting achterwege te laten en heeft overwogen dat indien het griffierecht niet of niet tijdig wordt betaald, het verzoek niet-ontvankelijk verklaard moet worden, tenzij het niet betalen aan verzoeker niet kan worden toegerekend.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker op 15 maart 2023 per aangetekende brief was verzocht om het griffierecht te betalen, met de waarschuwing dat bij uitblijven van betaling binnen twee weken het verzoek niet-ontvankelijk zou worden verklaard. Aangezien verzoeker het griffierecht niet heeft voldaan en geen redenen heeft aangedragen voor het uitblijven van de betaling, heeft de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummers: SGR 23/1952

uitspraak van de voorzieningenrechter van 19 mei 2023 in de zaak tussen

[verzoeker], uit [woonplaats], verzoeker

en

het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, verweerder

(gemachtigde: P. Seitzinger).

Als derde-partij neemt aan het geding deel: De Goede Woning, te Zoetermeer

(gemachtigde: mr. R.D. van Oevelen)

Procesverloop

Op 9 maart 2023 heeft verweerder het besluit ‘Aanwijzen actiegebied 23 bungalows Westergo’ gepubliceerd waarmee 23 bungalows, waaronder die van verzoeker, worden aangewezen als actiegebied. [1]
Verzoeker heeft hiertegen bezwaar ingediend en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft een behandeling van het verzoek ter zitting achterwege gelaten. [2]

Overwegingen

1. Iemand die een verzoek om voorlopige voorziening indient, moet griffierecht betalen. Als het griffierecht niet of niet tijdig wordt betaald, verklaart de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht betrokkene niet kan worden toegerekend. [3]
2. Bij aangetekende nota van 15 maart 2023 is verzoekster verzocht om het griffierecht te betalen, en is aangegeven dat als betaling niet binnen twee weken geschied het verzoek niet-ontvankelijk zal worden verklaard. De voorzieningenrechter constateert dat het verschuldigde griffierecht door verzoekster niet is voldaan, en dat de termijn om dit te doen inmiddels is verstreken. Ook heeft verzoekster geen reden aangedragen waarom zij heeft nagelaten het griffierecht te betalen. Vanwege het uitblijven van de betaling verklaart de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening
niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M.H. van der Poort-Schoenmakers, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. B.D.A. Mantingh, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 mei 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Als bedoeld in artikel 1:3 van de Huisvestingsverordening Zoetermeer 2019.
2.Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Artikel 8:82, derde lid, van de Awb in samenhang met artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.