ECLI:NL:RBDHA:2023:8307
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- A.M.H. van der Poort-Schoenmakers
- B.D.A. Mantingh
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake griffierecht niet betaald in bestuursrechtelijke zaak
In de zaak tussen verzoeker, wonende in [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 mei 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had bezwaar aangetekend tegen het besluit van 9 maart 2023, waarin 23 bungalows, waaronder die van verzoeker, zijn aangewezen als actiegebied. Verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft besloten om de behandeling van het verzoek ter zitting achterwege te laten. In de overwegingen werd benadrukt dat iemand die een verzoek om voorlopige voorziening indient, verplicht is om griffierecht te betalen. Indien het griffierecht niet of niet tijdig wordt betaald, kan het verzoek niet-ontvankelijk worden verklaard, tenzij het niet betalen aan de betrokkene niet kan worden toegerekend.
Verzoeker ontving op 28 maart 2023 een aangetekende nota waarin hij werd verzocht het griffierecht te betalen. Er werd aangegeven dat als de betaling niet binnen twee weken zou plaatsvinden, het verzoek niet-ontvankelijk verklaard zou worden. De voorzieningenrechter constateerde dat verzoeker het griffierecht niet had voldaan en dat de termijn om dit te doen was verstreken. Verzoeker heeft geen redenen aangedragen voor het uitblijven van de betaling. Daarom verklaarde de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door mr. A.M.H. van der Poort-Schoenmakers, in aanwezigheid van griffier mr. B.D.A. Mantingh, en werd openbaar uitgesproken op 19 mei 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.