ECLI:NL:RBDHA:2023:8307

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 mei 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
23_2324
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake griffierecht niet betaald in bestuursrechtelijke zaak

In de zaak tussen verzoeker, wonende in [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 mei 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had bezwaar aangetekend tegen het besluit van 9 maart 2023, waarin 23 bungalows, waaronder die van verzoeker, zijn aangewezen als actiegebied. Verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft besloten om de behandeling van het verzoek ter zitting achterwege te laten. In de overwegingen werd benadrukt dat iemand die een verzoek om voorlopige voorziening indient, verplicht is om griffierecht te betalen. Indien het griffierecht niet of niet tijdig wordt betaald, kan het verzoek niet-ontvankelijk worden verklaard, tenzij het niet betalen aan de betrokkene niet kan worden toegerekend.

Verzoeker ontving op 28 maart 2023 een aangetekende nota waarin hij werd verzocht het griffierecht te betalen. Er werd aangegeven dat als de betaling niet binnen twee weken zou plaatsvinden, het verzoek niet-ontvankelijk verklaard zou worden. De voorzieningenrechter constateerde dat verzoeker het griffierecht niet had voldaan en dat de termijn om dit te doen was verstreken. Verzoeker heeft geen redenen aangedragen voor het uitblijven van de betaling. Daarom verklaarde de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd gedaan door mr. A.M.H. van der Poort-Schoenmakers, in aanwezigheid van griffier mr. B.D.A. Mantingh, en werd openbaar uitgesproken op 19 mei 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/2324

uitspraak van de voorzieningenrechter van 19 mei 2023 in de zaak tussen

[verzoeker], uit [woonplaats], verzoeker

en

het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, verweerder

(gemachtigde: P. Seitzinger).

Als derde-partij neemt aan het geding deel: De Goede Woning, te Zoetermeer

(gemachtigde: mr. R.D. van Oevelen)

Procesverloop

Op 9 maart 2023 heeft verweerder het besluit ‘Aanwijzen actiegebied 23 bungalows Westergo’ gepubliceerd waarmee 23 bungalows, waaronder die van verzoeker, worden aangewezen als actiegebied. [1]
Hiertegen heeft verzoeker bezwaar aangetekend en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft een behandeling van het verzoek ter zitting achterwege gelaten. [2]

Overwegingen

1. Iemand die een verzoek om voorlopige voorziening indient, moet griffierecht betalen. Als het griffierecht niet of niet tijdig wordt betaald, verklaart de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht betrokkene niet kan worden toegerekend. [3]
2. Bij aangetekende nota van 28 maart 2023 is verzoeker verzocht om het griffierecht te betalen, en is aangegeven dat als betaling niet binnen twee weken geschied het verzoek niet-ontvankelijk zal worden verklaard. De voorzieningenrechter constateert dat het verschuldigde griffierecht door verzoeker niet is voldaan, en dat de termijn om dit te doen inmiddels is verstreken. Ook heeft verzoeker geen reden aangedragen waarom hij heeft nagelaten het griffierecht te betalen. Vanwege het uitblijven van de betaling verklaart de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening
niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M.H. van der Poort-Schoenmakers, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. B.D.A. Mantingh, griffier. De beslissing uitgesproken in het openbaar op 19 mei 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Als bedoeld in artikel 1:3 van de Huisvestingsverordening Zoetermeer 2019.
2.Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Artikel 8:82, derde lid, van de Awb in samenhang met artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.