In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Den Haag, is op 7 juni 2023 een tussenvonnis uitgesproken in de zaak tussen [eiser] en [gedaagde] MAKELAARDIJ B.V. De procedure betreft een geschil over de waarde van een woning, waarvoor de rechtbank de heer R. Kok als deskundige heeft benoemd. In een eerder tussenvonnis van 31 augustus 2022 werd aangenomen dat het deskundigenrapport van Kok gevalideerd zou worden door het NWWI. Echter, dit bleek niet mogelijk, waardoor Kok een controlerend taxateur moest inschakelen om een plausibiliteitsverklaring af te geven. Mevrouw [naam], verbonden aan A44 taxateurs B.V., heeft zich bereid verklaard om deze rol op zich te nemen, met een kostenbegroting van € 907,50 inclusief BTW.
De rechtbank heeft bepaald dat [eiser] dit bedrag als voorschot moet deponeren, en dat het voorschot binnen drie weken na ontvangst van de factuur van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) moet worden voldaan. Indien het voorschot niet tijdig wordt voldaan, zal de zaak worden verwezen naar de rol voor conclusie wegens niet ontvangen deskundigenbericht. De beslissing over het voorschot is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De griffier zal een afschrift van het vonnis aan Kok toezenden. De verdere beslissing in de zaak is aangehouden, wat betekent dat de rechtbank later opnieuw zal oordelen over de zaak.