ECLI:NL:RBDHA:2023:8311

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 mei 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
23_2868
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake aanwijzingsbesluit actiegebied bungalows Westergo

Op 19 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van het besluit van 9 maart 2023, waarin 23 bungalows, waaronder die van verzoeker, zijn aangewezen als actiegebied. Verzoeker heeft bezwaar ingediend tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft echter besloten om het verzoek af te wijzen. In de overwegingen werd benadrukt dat er onvoldoende sprake is van spoedeisend belang. Hoewel de gevolgen van het aanwijzingsbesluit ingrijpend kunnen zijn, is het nog niet aan de orde dat verzoeker op korte termijn zijn woning moet verlaten. Het aanwijzingsbesluit houdt namelijk nog niet in dat er daadwerkelijk tot sloop van de woning wordt overgegaan; daarvoor zijn nog omgevingsvergunningen nodig en kunnen rechtsmiddelen worden aangewend.

Daarnaast werd opgemerkt dat beslissingen over het huurcontract van privaatrechtelijke aard zijn en dat deze door de burgerlijke rechter moeten worden behandeld. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen reden is om de bezwaarprocedure niet af te wachten, waardoor het verzoek kennelijk ongegrond werd verklaard. Er werd ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/2868

uitspraak van de voorzieningenrechter van 19 mei 2023 in de zaak tussen

[verzoeker], uit [woonplaats], verzoeker

en

het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, verweerder

(gemachtigde: P. Seitzinger).

Als derde-partij neemt aan het geding deel: De Goede Woning, te Zoetermeer

(gemachtigde: mr. R.D. van Oevelen)

Procesverloop

Op 9 maart 2023 heeft verweerder het besluit ‘Aanwijzen actiegebied 23 bungalows Westergo’ gepubliceerd waarmee 23 bungalows, waaronder die van verzoeker, worden aangewezen als actiegebied. [1]
Verzoeker heeft hiertegen bezwaar ingediend en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft een behandeling van het verzoek ter zitting achterwege gelaten. [2]

Overwegingen

1. Om een voorlopige voorziening te kunnen treffen moet er sprake zijn van onverwijlde spoed. [3] De voorzieningenrechter komt tot het oordeel dat daar in dit geval onvoldoende sprake van is en overweegt daartoe als volgt.
2. Hoewel de voorzieningenrechter snapt dat de eventuele gevolgen van het aanwijzingsbesluit ingrijpend kunnen zijn en dit de nodige spanning oplevert voor verzoeker, is het momenteel nog niet aan de orde dat verzoeker op korte termijn zijn woning zal moeten verlaten. Met het aanwijzingsbesluit is namelijk niet ingegeven dat er daadwerkelijk wordt overgegaan tot het slopen van de woning. Daarvoor zullen nog omgevingsvergunningen moeten worden aangevraagd, en daartegen kunnen vervolgens desgewenst passende rechtsmiddelen worden aangewend.
3. Wat betreft de gesprekken en eventuele afspraken met de derde-partij wijst de voorzieningenrechter erop dat beslissingen rondom (de ontbinding van) het huurcontract van privaatrechtelijke aard zijn. Daarover zal alsdan de burgerlijke rechter en niet de bestuursrechter (of voorzieningenrechter) zich moeten buigen.
4. Omdat de voorzieningenrechter niet inziet waarom de bezwaarprocedure niet kan worden afgewacht is er geen sprake van een voldoende spoedeisend belang en verklaart zij het verzoek kennelijk ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M.H. van der Poort-Schoenmakers, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. B.D.A. Mantingh, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 mei 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Als bedoeld in artikel 1:3 van de Huisvestingsverordening Zoetermeer 2019.
2.Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Artikel 8:81, eerste lid, van de Awb.