Overwegingen
1. De asielaanvraag van eiseres is door verweerder niet in behandeling genomen. Daaraan heeft verweerder ten grondslag gelegd dat Frankrijk hiervoor verantwoordelijk is, omdat eiseres door de Franse autoriteiten in bezit is gesteld van een visum en daarmee het grondgebied van de Europese Unie is ingereisd. In dit geval heeft Nederland bij Frankrijk
een verzoek om overname gedaan. Frankrijk heeft hierop niet tijdig gereageerd, waarmee de verantwoordelijkheid van Frankrijk vaststaat.
2. Eiseres heeft op 2 september 2022 haar asielaanvraag gedaan. Hierbij heeft zij aangegeven dat zij is geboren op [2006]. In het aanmeldgehoor Dublin geeft eiseres aan dat zij minderjarig is. Volgens de schouw van de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) van 2 september 2022 is zij evident minderjarig. Uit het door verweerder standaard uitgevoerde onderzoek in het EUVIS-systeem volgt echter een andere geboortedatum, namelijk [2000]. De IND heeft daarom zelf, conform het beleid zoals dat is neergelegd in Werkinstructie 2018/19 Leeftijdsbepaling, geen schouw uitgevoerd en is uitgegaan van de meerderjarigheid van eiseres. Eiseres heeft aangegeven dat zij heeft gelogen over haar meerderjarige leeftijd, omdat ze anders niet vanuit Turkije kon doorreizen. Ze was in het bezit van twee paspoorten, waarvan één gesteld vals paspoort met een meerderjarige leeftijd, die zou zijn opgemaakt op aangeven van een mensensmokkelaar. Allebei de paspoorten is zij tijdens haar reis kwijtgeraakt.
3. Op 28 oktober 2022 heeft eisers twee documenten overgelegd aan Bureau Documenten voor onderzoek; een identiteitsverklaring en een geboorteakte, allebei afgegeven in [plaats] op 17 september 2022. Op 20 maart 2023 heeft verweerder een afschrift van de Verklaring van Onderzoek van Bureau Documenten in het digitale dossier geüpload. Uit die verklaring volgt dat de documenten echt zijn bevonden maar dat geen uitspraak kan worden gedaan over de opmaak en afgifte en dus over de inhoudelijke juistheid ervan.
Ondertussen heeft eiseres op 17 maart 2023 een derde document aangeboden ter onderzoek aan Bureau Documenten, te weten een geboorteverklaring die is opgemaakt en afgegeven door de ambassadeur van de Somalische ambassade in Brussel op 6 februari 2023. Tijdens de behandeling van de zaak op de zitting was het resultaat van dit onderzoek nog niet bekend, reden waarom de rechtbank het onderzoek heeft geschorst. Op 5 april 2023 heeft verweerder de Verklaring van Onderzoek van Bureau Documenten ten aanzien van dit document geüpload. Verweerder heeft daarbij een schriftelijke reactie meegestuurd.
Verweerder meent dat eiseres met het overleggen van deze drie documenten er niet in is geslaagd de meerderjarige leeftijd die zij in Frankrijk heeft opgegeven, te weerleggen.
4. Eiseres is het niet eens met het besluit. Zij voert aan dat verweerder ten onrechte uitgaat van de registratie van haar geboortedatum zoals bekend bij de Franse autoriteiten. De Franse autoriteiten hebben weliswaar een meerderjarige leeftijd geregistreerd, maar dit komt doordat eiseres ten behoeve van die registratie gebruik heeft gemaakt van haar valse paspoort om het door haar beoogde visum te verkrijgen. Op dit valse paspoort stond een foutieve geboortedatum. Ter onderbouwing van haar minderjarigheid verwijst eiseres ten eerste naar de door de Somalische autoriteiten afgegeven nationaliteits- en identiteitsverklaring en geboorteakte van 17 september 2022. Deze documenten zijn onderzocht door Bureau Documenten, maar eiseres heeft tot 20 maart 2023 geen kennis kunnen nemen van de inhoud van de bevindingen van het afgeronde onderzoek. Dit terwijl eiseres al in haar zienswijze van 28 oktober 2022 heeft gevraagd om de resultaten van het onderzoek van Bureau Documenten. Eiseres is bekend met het beleid uit de Vakbijlage van
Bureau Documenten1, inhoudende dat een Verklaring van Onderzoek niet automatisch wordt opgemaakt en verstrekt aan de partij die de documenten heeft ingebracht, maar zij is het hier niet mee eens. Door de resultaten niet te verstrekken, heeft eiseres zich ten behoeve van de beroepsprocedure niet kunnen verweren tegen de inhoud van het onderzoek.
Verweerder heeft daarom gehandeld in strijd met de samenwerkingsverplichting en het bestreden besluit is alleen daarom al onrechtmatig genomen. De (beoordelingen van de) documenten zijn daarnaast ook niet meegenomen in het voornemen van 26 januari 2023 en het bestreden besluit van 3 maart 2023, want de Verklaring van Onderzoek van Bureau Documenten dateert van 20 maart 2023. Eiseres voert verder aan dat verweerder voorbij is gegaan aan de leeftijdsschouw van de AVIM, waarin eiseres als evident minderjarig is aangemerkt. Verweerder heeft ook ten onrechte geen rekening gehouden met de belangen van het kind.
5. Verweerder stelt zich op het standpunt dat hij terecht uitgaat van de meerderjarigheid van eiseres. Verweerder gaat uit van de leeftijdsregistratie uit het EUVIS- systeem, zoals gedaan door de Franse autoriteiten. Hier mag verweerder vanuit gaan, omdat voor een visumaanvraag een authentiek paspoort, een foto en het afstaan van vingerafdrukken vereist is. Volgens verweerder is eiseres met het overleggen van de geboorteakte en nationaliteitsverklaring er niet in geslaagd om te onderbouwen dat deze registratie niet klopt. Verweerder stelt dat deze documenten niet aan te merken zijn als authentiek identificerend, zoals bedoeld in C1/4.3 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc). Ook al is door Bureau Documenten geconcludeerd dat de documenten in materiële zin echt zijn, niet kan worden vastgesteld dat de documenten bevoegd zijn opgemaakt en afgegeven dan wel dat ze inhoudelijk juist is. Verder hoeft aan deze documenten geen toetsing van een officieel identificerend document ten grondslag te liggen. Daarbij is van belang dat de documenten zijn opgemaakt nadat eiseres in Nederland asiel heeft aangevraagd. Ter onderbouwing van zijn standpunt verwijst verweerder naar een uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Haarlem, van 6 juni 2018.2 Verweerder stelt zich daarnaast op het standpunt dat hij heeft gehandeld in lijn met de Vakbijlage van Bureau Documenten. Hierin staat dat alleen bij een negatieve uitkomst een Verklaring van Onderzoek wordt opgemaakt. Hij was daarom niet gehouden om de eerder verkregen resultaten van het onderzoek, die toen nog niet in een dergelijke Verklaring waren opgenomen, met eiseres te delen. Die resultaten waren wel al voor de besluitvorming bekend, en wel op 4 november 2022, en zijn meegenomen in de besluitvorming. Het besluit is daarom niet onzorgvuldig tot stand gekomen.
Het oordeel van de rechtbank
6. In paragraaf C1/2.2 van de Vc is het beleid met betrekking tot leeftijdsbepaling neergelegd. In de Werkinstructie 2018/19 Leeftijdsbepaling is dit beleid nader toegelicht, waarbij de rechtbank opmerkt dat deze werkinstructie, die is gebaseerd op Afdelingsjurisprudentie uit 2017, overigens aanpassing behoeft gelet op de uitspraken van de Afdeling van 2 november 20223, 30 november 20224 en 16 december 20225. In de
1. Vakbijlage Bureau Documenten, februari 2022, pagina 5.
2 NL18.9007 (niet gepubliceerd).
onderhavige procedure is eiseres’ haar leeftijd conform dit beleid vastgesteld. Dit beleid is door de Afdeling in de uitspraak van 2 november 2022 niet onredelijk geacht. Uit de Werkinstructie 2018/19 Leeftijdsbepaling volgt dat in de aanmeldfase geldt dat iedere gestelde minderjarige, die zijn leeftijd niet kan aantonen met bewijsmiddelen, bij binnenkomst wordt geschouwd door zowel de AVIM als de IND. De medewerkers van deze diensten zien de vreemdeling apart van elkaar en verbinden daaraan een eigen conclusie. Dit is om de onafhankelijkheid tussen de AVIM en de IND te borgen. In dat kader is verder van belang dat het voor de medewerker van het aanmeldgehoor niet mogelijk is het proces- verbaal van de AVIM in te zien voor de eigen schouw. Dat wordt pas vrijgegeven na de schouw van de IND. Er zijn twee situaties waarin een schouw niet nodig is. Een daarvan is het geval dat er sprake is van een EUVIS-treffer. In dat geval is de leeftijd horende bij die treffer leidend omdat aan een verlening van een visum een authentiek paspoort ten grondslag moet hebben gelegen.
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder terecht uitgaat van de meerderjarigheid van eiseres. Verweerder heeft naar aanleiding van haar asielaanvraag het EUVIS-systeem geraadpleegd. Daaruit blijkt dat de Franse autoriteiten de geboortedatum [2000] hebben geregistreerd en dat eiseres dus meerderjarig is. Dat is de reden dat de IND niet over is gegaan tot het uitvoeren van een schouw. Dat de AVIM dat hiervoor wel heeft gedaan, doet daar niet aan af. Het is de IND die het EUVIS-systeem raadpleegt en op basis van de Werkinstructie 2018/19 Leeftijdsbepaling verder handelt. Het is vaste rechtspraak dat verweerder op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel er in beginsel van uit mag gaan dat de registraties in andere lidstaten zorgvuldig hebben plaatsgevonden.6 Van belang is dat de EUVIS-registratie doorslaggevend is omdat daaraan de identificatie op basis van een authentiek paspoort ten grondslag heeft gelegen. De stelling van eiseres dat dit paspoort was opgemaakt door een mensensmokkelaar en vals was, is door haar niet onderbouwd.
Dat betekent dat verweerder uit mag gaan van de meerderjarigheid van eiseres. Het ligt vervolgens op de weg van eiseres om te aannemelijk te maken dat de geregistreerde meerderjarige leeftijdsregistratie niet juist is. Daarin is zij niet geslaagd.
8. De door eiseres overgelegde identiteits- en nationaliteitsverklaring en haar geboorteakte heeft verweerder in het bestreden besluit onvoldoende mogen vinden om daarmee aannemelijk te maken dat zij meerderjarig is. Bureau Documenten is na onderzoek tot de conclusie gekomen dat geen uitspraak gedaan kan worden over de opmaak en afgifte van de documenten. Niet kan worden vastgesteld dat de documenten inhoudelijk juist zijn. Daar komt bij dat een geboorteakte op zichzelf niet als een identificerend document kan worden aangemerkt in de zin van paragraaf C1/4.3 van de Vc.7 Ook bevat de geboorteakte geen identificerende elementen, zoals een pasfoto. Ondanks dat de identiteits- en nationaliteitsverklaring wel een pasfoto bevat, is ook dit document niet voldoende om de minderjarigheid mee aan te tonen. Het is niet duidelijk hoe het onderzoek heeft plaatsgevonden dat heeft geleid tot afgifte daarvan . Ook is niet duidelijk op basis van welke brondocumenten de verklaring is afgegeven. Dit doet afbreuk aan de betrouwbaarheid ervan.
6 Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) van
Onderzoek Bureau Documenten
9. Verweerder heeft volgens zijn beleid gehandeld door, in eerste instantie, geen afschrift van de Verklaring van Onderzoek van Bureau Documenten aan eiseres te versturen. Dat de uiteindelijk op verzoek opgemaakte Verklaring van Onderzoek van Bureau Documenten van 20 maart 2023 is, betekent niet dat het eerder uitgevoerde en afgeronde onderzoek van Bureau Documenten niet is meegenomen in de besluitvorming. Verweerder heeft ter zitting heeft toegelicht dat de uitslag van het onderzoek op
4 november 2022 al bekend was. De rechtbank ziet geen aanleiding om hieraan te twijfelen. Verweerder heeft zich in het voornemen namelijk heel summier uitgelaten over de resultaten van het onderzoek van Bureau Documenten. Door dit op deze manier te doen was het voor eiseres echter niet mogelijk om hier iets tegenin te brengen. In het bestreden besluit is de inhoud van het onderzoek van Bureau Documenten vervolgens onjuist weergegeven. In het besluit staat namelijk dat de documenten van eiseres ‘mogelijk echt’ zijn, maar in de Verklaring van Onderzoek Bureau Documenten van 20 maart 2023 staat dat de echtheid van de documenten als ‘positief’ wordt beoordeeld. Dit leidt ertoe dat eiseres zich niet tijdig op de juiste manier heeft kunnen verweren tegen de inhoud van het onderzoek van Bureau Documenten. Daarbij komt dat eiseres in haar zienswijze van 28 oktober 2022 al heeft gevraagd om de uitslagen van het onderzoek van Bureau Documenten aan het dossier toe te voegen. Pas op 20 maart 2023 geeft verweerder hieraan gehoor.
10. Wat betreft de Verklaring van Onderzoek gaat het om een deskundigheidsadvies aan verweerder. Als verweerder een dergelijk advies aan het bestreden besluit ten grondslag
legt, moet de tegenpartij zich daartegen kunnen verweren. Het beleid van verweerder rondom het niet verstrekken van een Verklaring van Onderzoek, zoals neergelegd in de Vakbijlage Bureau Documenten, bevat geen uitleg van de reden dat een Verklaring van Onderzoek niet wordt opgemaakt en versterkt op het moment dat de vreemdeling daarom vraagt. Verweerder heeft desgevraagd geen belangen gesteld waarom dit beleid zo moet zijn. De rechtbank vindt het beleid van verweerder op zichzelf niet in strijd met de samenwerkingsverplichting, maar in dit specifieke geval leidt dit beleid tot een onevenredige benadeling van eiseres, omdat zij zich niet op een tijdige en voor haar juiste manier heeft kunnen verweren tegen de uitkomst van het initiële onderzoek. Dit levert een zorgvuldigheids- en een motiveringsgebrek op. De beroepsgrond slaagt. Wat dit voor gevolgen heeft voor het bestreden besluit, zal de rechtbank na bespreking van de overige door eiseres aangevoerde gronden bepalen.
Over de geboorteverklaring van Somalische ambassade in Brussel
11. Eiseres voert aan dat uit het onderzoek van Bureau Documenten van 5 april 2023 naar de geboorteverklaring van 6 februari 2023 blijkt dat dit document met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid bevoegd is opgemaakt en afgegeven. Het feit dat het hier gaat om een originele, authentieke verklaring van de Somalische autoriteiten is volgens eiseres voldoende om hiermee haar identiteit en dus haar leeftijd te kunnen vaststellen. Volgens eiseres valt niet in te zien dat de Somalische ambassade in Brussel niet de beschikking zouden hebben over een eigen register of systeem om de identiteit van eiseres te kunnen verifiëren. Daarnaast heeft verweerder de identiteit- en nationaliteitsverklaring en haar geboorteakte al eerder laten beoordelen door Bureau Documenten en de inhoud van die documenten stond daarmee vast. Verweerder heeft ten onrechte deze documenten opnieuw laten beoordelen bij het onderzoek van 5 april 2023, in welk kader het onnavolgbaar is hoe dit tweede onderzoek van dezelfde documenten tot een andere uitkomst leidt dan het eerste
onderzoek. Deze tweede Verklaring van Onderzoek wordt door verweerder ten onrechte gebruikt om de geboorteverklaring van de Somalische ambassade te kunnen verwerpen.
12. De rechtbank overweegt als volgt. Het afschrift van het onderzoek van Bureau Documenten van 5 april 2023 over de geboorteverklaring van 6 februari 2023 van de Somalische ambassade vermeldt het volgende: