ECLI:NL:RBDHA:2023:8367

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
9 juni 2023
Zaaknummer
NL22.13312
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
  • L. Willems - Keekstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak na beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M. Weerman, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 20 juni 2022, verklaarde de bezwaren van verzoeker tegen eerdere besluiten ongegrond. Verzoeker had eerder een reguliere vergunning gekregen, maar deze was op 2 december 2021 ingetrokken en er was een inreisverbod van twee jaar opgelegd. Verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij het niet eens was met de afwijzing van zijn aanvraag om verlenging van de vergunning.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 22 maart 2023 behandeld, samen met een ander beroep (zaaknummer NL22.13311). Tijdens de zitting was verzoeker aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak op dezelfde dag in de andere zaak beslist, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L. Willems - Keekstra, in aanwezigheid van griffier mr. A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.13312

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. L.J. Meijering),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M. Weerman).

Procesverloop

In het besluit van 2 december 2021 (het primaire besluit I) heeft verweerder de aan verzoeker verleende reguliere vergunning onder de beperking
“tijdelijke humanitaire gronden”ingetrokken. Daarnaast is aan verzoeker een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaar.
In het besluit van 20 december 2021 (het primaire besluit II) heeft verweerder de aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van de hiervoor genoemde vergunning afgewezen.
Bij besluit van 20 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de (afzonderlijk) ingediende bezwaren tegen beide primaire besluiten ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL22.13311 (het beroep), op 22 maart 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Tevens was een tolk aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.13311, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L. Willems - Keekstra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.A.P. Kuiters, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.