Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser 1] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Beslissing
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.
Rechtbank Den Haag
Op 4 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, uitspraak gedaan in de zaken NL22.20862 en NL22.20863, waarbij eisers, twee Iraakse nationalen, een beroep hebben ingesteld tegen de buiten behandeling stelling van hun aanvraag voor een verblijfsvergunning. De eisers hadden op 3 maart 2022 een aanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 7 maart 2022 niet in behandeling genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers niet tijdig de benodigde informatie hebben aangeleverd, ondanks dat zij een hersteltermijn van slechts 49 minuten kregen. De rechtbank oordeelde dat deze termijn, hoewel kort, in de gegeven omstandigheden niet onredelijk was, gezien de urgentie van de situatie en het feit dat dit de derde aanvraag van eisers was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige en volledige indiening van aanvragen en de verantwoordelijkheden van de aanvragers in het proces.