ECLI:NL:RBDHA:2023:8543
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een schone lei in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling met bijzondere aandacht voor tekortkomingen
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 12 juni 2023 uitspraak gedaan in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) van de schuldenares. De rechtbank beoordeelt of de schuldenares, die op 19 december 2019 is toegelaten tot de WSNP, aan haar verplichtingen heeft voldaan. De gebruikelijke looptijd van drie jaar is op 19 december 2022 verstreken. De bewindvoerder heeft gerapporteerd dat de afdrachtverplichting niet volledig is nagekomen, en er is een bedrag van € 10.728,98 op de bankrekening van de schuldenares gestort zonder sluitende verklaring. Dit heeft geleid tot een achterstand in de afdracht aan de boedel, en de bewindvoerder adviseert om geen schone lei te verlenen.
De rechtbank heeft de eindzitting op 29 december 2022 en de voortzetting op 26 mei 2023 gehouden, waarbij verschillende betrokkenen aanwezig waren, waaronder de schuldenares en haar advocaat. De rechtbank concludeert dat de schuldenares nieuwe schulden heeft laten ontstaan en geen betalingsregelingen heeft getroffen. Echter, gezien de bijzondere omstandigheden, waaronder de rol van de beschermingsbewindvoerder, oordeelt de rechtbank dat de tekortkomingen van de schuldenares buiten beschouwing moeten blijven. De rechtbank verleent de schuldenares de schone lei, maar merkt op dat vorderingen van de gemeente die na 19 december 2019 zijn ontstaan, niet onder de schone lei vallen.
De rechtbank heeft ook de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 3.664,93 en het vastrecht op € 666,-, voor zover de boedel toereikend is. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.