ECLI:NL:RBDHA:2023:8577

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
14 juni 2023
Zaaknummer
NL23.9192
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • J. Boerlage - van den Bosch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiseres met vrees voor besnijdenis dochters

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Nigeriaanse eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres heeft op 22 november 2021 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aangevraagd, maar haar aanvraag werd op 20 maart 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank behandelt het beroep op 13 april 2023, maar eiseres en haar gemachtigde verschijnen niet ter zitting.

Eiseres stelt dat zij vreest voor besnijdenis van haar dochters bij terugkeer naar Nigeria. Ze heeft eerder verklaringen afgelegd over haar identiteit en de omstandigheden waaronder ze naar Nederland is gekomen, maar verweerder acht deze verklaringen niet geloofwaardig. De rechtbank oordeelt dat de vrees van eiseres voor besnijdenis niet aannemelijk is gemaakt, vooral omdat zij in eerdere procedures heeft verklaard dat ze haar dochters kan beschermen tegen dergelijke praktijken.

De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.9192

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1] , eiseres, mede namens haar minderjarige kinderen

[naam 2],
V-nummers: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. T. Bruinsma),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A. Wildeboer).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres heeft op 22 november 2021 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aangevraagd. Met het besluit van 20 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen als kennelijk ongegrond als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) juncto artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c en g, Vw 2000. Het eerder opgelegde inreisverbod en het terugkeer besluit zijn nog steeds van toepassing.
1.1.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL23.9193 (de voorlopige voorziening), op 13 april 2023 op zitting behandeld. Eiseres en haar gemachtigde zijn – met kennisgeving vooraf – niet ter zitting verschenen.

Totstandkoming van het bestreden besluit

2. Eiseres stelt van Nigeriaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum]
Eiseres heeft eerder een asielaanvraag ingediend, namelijk op 11 juli 2019. Deze aanvraag is bij besluit van 11 juni 2021 afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, Vw 2000 in samenhang bezien met artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c en e Vw 2000. Het hiertegen ingediende beroep is door deze rechtbank, zittingsplaats Rotterdam bij uitspraak van 26 juli 2021 ongegrond verklaard (ECLI:NL:RBROT:2021:7181)
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft bij uitspraak van 5 oktober 2021 (202105013/1/V2) de uitspraak bevestigd.
3. Op 22 november 2021 heeft eiseres een tweede asielaanvraag ingediend. Aan haar asielaanvraag heeft zij ten grondslag gelegd dat hetgeen zij heeft verklaard in de eerdere asielprocedure niet waar is. Zij heeft op aandringen van haar toenmalige partner verklaringen afgelegd die niet kloppen. Zij heeft tijdens haar eerste procedure moeten verklaren dat ze traditioneel gehuwd was. Dat was niet zo, er was wel sprake van een serieuze relatie. De relatie met haar ex-partner is beëindigd op 12 maart 2021.
Eiseres komt tevens terug op haar verklaringen dat haar ouders haar wilden opofferen voor een ritueel. Zij heeft ook geen problemen gehad met haar vader en ze heeft goed contact met haar ouders. De ware reden voor vertrek is geweest dat eiseres vreest dat haar kinderen zullen worden besneden als ze terug moeten naar Nigeria. Eiseres kan haar kinderen niet beschermen. Eiseres heeft tevens verklaard dat zij naar Europa is gesmokkeld door mensensmokkelaars en heeft moeten werken als prostituee. Zij heeft toen ook de vader van haar kinderen - inmiddels haar ex-partner - ontmoet. Hij heeft eiseres zeer slecht behandeld en haar gedwongen de werkzaamheden voort te zetten. Als zij zou stoppen, zou haar partner dat melden bij madam Helen, de vrouw die haar naar Europa heeft gesmokkeld. Eiseres is haar nog veel geld verschuldigd.
4. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen.
1. Identiteit;
2. Nationaliteit en herkomst;
3. Besnijdenis dochtertjes;
4. Problemen met madame Helen en ex-partner.
Verweerder acht element 1 en 4 ongeloofwaardig. Elementen 2 en 3 acht verweerder geloofwaardig. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres op grond van de geloofwaardig geachte elementen niet in aanmerking komt voor de door haar gevraagde asielvergunning.
5. Bij schrijven van 16 maart 2023 is namens eiseres een zienswijze ingediend. Hierop heeft verweerder het bestreden besluit genomen.
6. Eiseres kan zich niet verenigen met het bestreden besluit. Op hetgeen namens haar in dat verband is aangevoerd, wordt hierna – voor zover van belang – nader ingegaan.
De geloofwaardigheid van de identiteit
7. Eiseres voert aan dat verweerder ten onrechte haar identiteit niet geloofwaardig acht nu haar nationaliteit wel geloofwaardig wordt geacht. Niet valt in te zien waarom eiseres niet eerlijk zou zijn over haar identiteit.
8. De beroepsgrond slaagt niet. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in dit verband kunnen verwijzen naar de uitspraak van de Afdeling van 5 oktober 2021 waarmee in rechte vaststaat dat de verklaringen van eiseres omtrent haar identiteit niet gevolgd worden en dat uitgegaan wordt van de personalia zoals opgenomen in E-Vis. Tevens heeft verweerder kunnen overwegen dat eiseres in onderhavige procedure geen documenten heeft overgelegd om op dat oordeel terug te komen. Dat de nationaliteit wel geloofwaardig wordt geacht, betekent niet dat daarmee ook wordt uitgegaan van de door haar gestelde identiteit.
Problemen met madame Helen en haar ex-partner
9. Eiseres heeft aangevoerd dat zij vreest voor madame Helen en haar ex-partner indien zij terug dient te keren naar haar land van herkomst. De vrees is vooral gebaseerd op haar geloof in de over haar uitgesproken voodoo-vloek. Eiseres heeft van haar broer vernomen dat op 27 maart jl. enkele mannen namens madame Helen het huis van haar ouders hebben bezocht en dat haar vader daarbij is mishandeld en bedreigd, omdat de schuld van eiseres nog openstaat. Ten bewijze van de mishandeling heeft eiseres enkele foto’s overgelegd.
10. Deze beroepsgrond slaag niet. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank niet ten onrechte overwogen dat de relatie met haar ex-partner - in welke hoedanigheid dan ook - niet geloofwaardig wordt geacht. Daarbij heeft verweerder kunnen betrekken dat eiseres in de eerste procedure heeft verklaard dat ze gehuwd is hetgeen ze toen ook nog eens bevestigd heeft in de correcties en aanvullingen op het eerste gehoor en in onderhavige procedure heeft verklaard dat ze een serieuze relatie met hem had.
Voorts is de rechtbank van oordeel dat verweerder niet ten onrechte heeft overwogen dat uit niets is gebleken dat eiseres thans problemen heeft met haar ex-partner. Eiseres heeft namelijk verklaard dat zij haar ex-partner voor het laatst een jaar geleden heeft gesproken en sindsdien geen contact meer met hem heeft gehad. Tevens is de rechtbank van oordeel dat verweerder er niet ten onrechte op heeft gewezen dat indien haar ex-partner een bovenmatige belangstelling voor eiseres zou hebben gehad, het in de rede had gelegen dat haar ex-partner haar zou hebben opgezocht, temeer nu hij ook in Nederland verblijft. Dat haar ex-partner contact heeft gezocht met Madame Helen en haar heeft ingelicht over waar zij eiseres zou kunnen vinden, heeft verweerder niet hoeven volgen, omdat eiseres niet is bezocht door madame Helen, nog los van de omstandigheid dat eiseres al vanaf 2019 niets meer van madame Helen heeft vernomen. De stelling van eiseres dat haar ouders zijn bedreigd en mishandeld door de mensenhandelaren kan aan bovenstaande niets afdoen nu eiseres deze informatie heeft ontvangen van haar vader, een niet objectieve bron. Ook de in beroep overgelegde foto’s brengen de rechtbank niet tot het oordeel dat eiseres wel te vrezen heeft voor madame Helen en de mensenhandelaars. De foto’s zijn immers niet te linken aan een persoon, datum of gebeurtenis.
Besnijdenis dochtertjes
11. Eiseres heeft verklaard dat zij vreest dat haar dochters worden besneden bij terugkeer naar Nigeria. Ter zitting heeft verweerder aangegeven dat het besluit zo moet worden gelezen dat er wordt gevolgd vrouwenbesnijdenis voorkomt in Nigeria maar dat eiseres niet wordt gevolgd in haar vrees dat haar dochters daaraan bloot worden gesteld.
12. De rechtbank is van oordeel dat de vrees van eiseres niet aannemelijk is gemaakt. Verweerder betoogt terecht dat eiseres in haar eerdere procedure expliciet en uitdrukkelijk heeft verklaard dat zij haar dochters kan beschermen, dat ze zelf mag kiezen of ze haar dochters wil laten besnijden en dat ze daarin niet zal toestemmen. Dat eiseres hierop nu terugkomt en stelt dat ze zelf ook niet weet waarom ze dat toentertijd heeft verklaard, volgt verweerder terecht niet. Voor haar gewijzigde verklaringen heeft zij geen adequate reden gegeven. Ook heeft verweerder terecht in aanmerking genomen dat eiseres tijdens het gehoor opvolgende aanvraag ondubbelzinnig heeft verklaard dat haar ouders tegen besnijdenis zijn. In de correcties en aanvullingen komt eiseres hierop terug en geeft ze aan dat haar ouders tegen besnijdenis zijn en legt ze - zonder duidelijke uitleg - uit dat haar eerdere verklaringen berusten op een misverstand. Verweerder hoefde ook niet eiseres te volgen in haar stelling dat zij haar dochters niet kan beschermen gelet op de houding van haar familie. Gelet hierop kan de beroepsgrond van eiseres niet slagen.

Conclusie en gevolgen

13. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Derks, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.