ECLI:NL:RBDHA:2023:8714

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 juni 2023
Publicatiedatum
16 juni 2023
Zaaknummer
NL23.11449
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag en beoordeling van internationale bescherming in het kader van Eurodac

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die stelt Somalische nationaliteit te hebben, diende op 3 januari 2023 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel in. De staatssecretaris verklaarde deze aanvraag op 14 april 2023 niet-ontvankelijk, omdat eiser eerder op 7 mei 2015 al een verzoek om internationale bescherming had ingediend in Italië, waar hij op 6 maart 2023 internationale bescherming kreeg verleend tot 9 juni 2026.

De rechtbank heeft het beroep op 1 juni 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als de staatssecretaris aanwezig waren. Eiser betwistte de toekenning van internationale bescherming door de Italiaanse autoriteiten en vermoedde een persoonsverwisseling. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had vertrouwd op de informatie uit het Eurodac-systeem, dat bevestigde dat eiser op 7 mei 2015 internationale bescherming had aangevraagd in Italië. Eiser had niet aannemelijk gemaakt dat de informatie over hem op een andere persoon betrekking had.

Eiser voerde aan dat hij psychotisch was en dat er voorafgaand aan het gehoor een medisch onderzoek had moeten plaatsvinden. De rechtbank concludeerde echter dat er geen aanleiding was voor een medisch advies en dat eiser tijdens het gehoor in staat was om verklaringen af te leggen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de aanvraag terecht niet-ontvankelijk had verklaard en verklaarde het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.11449

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer],
(gemachtigde: mr. F.A. van den Berg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. N. Hamzaoui).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag.
2. Eiser stelt dat hij is geboren op [Geboortedatum] en dat hij de Somalische nationaliteit heeft. Hij heeft op 3 januari 2023 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 14 april 2023 deze aanvraag in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard [1] .
3. De rechtbank heeft het beroep op 1 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

4. De rechtbank beoordeelt of de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
5. De staatssecretaris heeft de asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard omdat is gebleken dat eiser op 7 mei 2015 al een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend in Italië. De Italiaanse autoriteiten hebben op 6 maart 2023 schriftelijk bevestigd dat zij eiser internationale bescherming hebben verleend. Die bescherming geldt tot 9 juni 2026. Dit wordt ook wel ‘status’ genoemd.
Internationale bescherming en Eurodac
6. Eiser ontkent dat de Italiaanse autoriteiten hem internationale bescherming hebben verleend. Eiser vermoedt dat er sprake is van een persoonsverwisseling. Hij wijst erop dat de status is verleend aan een [Naam 2] met geboortedatum [Geboortedatum 2]. Eiser vindt dat hij overduidelijk niet een man van 58 jaar oud kan zijn.
7. Binnen de Europese Unie wordt gewerkt met een gemeenschappelijk registratiesysteem, Eurodac genaamd. Uit het Eurodac-onderzoek van de staatssecretaris is gebleken dat eiser internationale bescherming heeft aangevraagd in Italië op 7 mei 2015. De Italiaanse autoriteiten hebben de staatssecretaris bevestigd dat zij eiser internationale bescherming hebben verleend. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris heeft mogen vertrouwen op de informatie uit het Eurodac-systeem en die van de Italiaanse autoriteiten. De Italiaanse autoriteiten hebben in overeenstemming met artikel 18, eerste lid, van de Eurodacverordening [2] de relevante gegevens van eiser in het Eurodac-systeem opgeslagen. Het gaat daarbij niet alleen om de geboortedatum, maar ook om de vingerafdrukken. Dat in Italië vingerafdrukken van eiser zijn afgenomen, is door eiser ook bevestigd tijdens het aanmeldgehoor op 4 februari 2023 [3] en in de beroepsgronden. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de door de Italiaanse autoriteiten verstrekte informatie op een ander persoon ziet. De staatssecretaris heeft er dus van uit mogen gaan dat aan eiser in Italië internationale bescherming is verleend.
Horen en medisch onderzoek
8. Eiser is op 11 april 2023 gehoord naar aanleiding van zijn asielaanvraag. Van het gehoor is een rapport [4] opgemaakt.
9. Eiser heeft aangevoerd dat hij psychotisch is. De rechtbank gaat ervan uit dat eiser daarmee heeft bedoeld te zeggen dat hij op 11 april 2023 niet in staat was om consistent te verklaren en dat de staatssecretaris daarom niet van de inhoud van het gehoorrapport mocht uitgaan. Eiser stelt tevens dat er voorafgaand aan het horen eerst een medisch onderzoek had moeten worden verricht. Eiser heeft een uitdraai van zijn patiëntendossier van een basisarts en huisarts van CNO opvanglocatie voor vluchtelingen verstrekt, waarin ‘psychose’ is vermeld bij ‘E’. Uit de informatie blijkt dat er overleg is geweest met de dienstdoende psychiater crisisdienst, dat er medicatie is voorgeschreven en dat is geadviseerd om eiser te door te verwijzen na overplaatsing naar Budel voor verdere diagnostiek en behandeling.
10. In artikel 3.109, vijfde lid, eerste volzin, van het Vb [5] is bepaald dat de vreemdeling een medisch onderzoek wordt aangeboden. Uit Werkinstructie 2021/12 ‘Medische problematiek en horen en beslissen in de asielprocedure’ volgt dat voor vreemdelingen van wie de asielaanvraag in spoor 2 [6] wordt behandeld, niet standaard een medisch advies wordt gevraagd. In zo’n zaak kan er echter wel aanleiding zijn een dergelijk advies toch aan te bieden, als een hoormedewerker daarvoor aanleiding ziet.
11. De hoormedewerker heeft in dit geval in het dossier geen aanleiding gezien om voorafgaand aan het gehoor een medisch advies in te winnen. Ook is er tijdens het gehoor blijkbaar geen aanleiding geweest om het gehoor af te breken. Het rapport van het gehoor geeft er geen blijk van dat eiser op dat moment last had van een psychose of dat hij niet in staat was om verklaringen af te leggen. Psychische klachten zijn tijdens het gehoor niet ter sprake gekomen. De hoormedewerker heeft eiser gevraagd of hij zich lichamelijk en geestelijk in staat acht om het gehoor te laten plaatsvinden en of hij gezondheidsklachten heeft. Eiser heeft daarop geantwoord dat de medewerker alles kan vragen, dat hij nergens moeite mee heeft, dat hij kan praten en dat hij lichamelijke klachten heeft, namelijk benauwdheid en pijn. [7]
12. Eiser heeft met de ingebrachte medische informatie niet aannemelijk gemaakt dat hij tijdens het gehoor niet in staat was om consistent te verklaren over de redenen waarom hij niet naar Italië zou kunnen terugkeren. Ook kan uit de overgelegde medische informatie niet volgen dat een medisch onderzoek had moeten worden aangeboden voordat eiser gehoord zou worden. Uit de uitdraai van het patiëntendossier blijkt wel dat er mogelijk sprake is van psychoses en dat er medicatie is voorgeschreven, maar niet dat er een diagnose is gesteld. En voor zover ervan mag worden uitgegaan dat eiser last heeft van psychoses, is daarmee niet aannemelijk gemaakt dat eiser op de dag van het gehoor psychotisch was. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat, indien er sprake is van een dergelijke stoornis, niet valt te verwachten dat eiser consistent kan verklaren, maar niet blijkt waarop eiser dat heeft gebaseerd.

Conclusie en gevolgen

13. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is ongegrond.
14. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en bekendgemaakt door geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.op grond van artikel 30a, eerste lid, Vreemdelingenwet 2000
2.Verordening (EU) 603/2013
3.zie bijvoorbeeld p. 2 van 14
4.rapport gehoor bescherming EU, EER of Zwitserland
5.Vreemdelingenbesluit 2000
6.asielzoekers uit een veilig land of asielzoekers die al internationale bescherming genieten
7.rapport gehoor bescherming EU, EER of Zwitserland p. 3 van 9