ECLI:NL:RBDHA:2023:8714
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en beoordeling van internationale bescherming in het kader van Eurodac
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die stelt Somalische nationaliteit te hebben, diende op 3 januari 2023 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel in. De staatssecretaris verklaarde deze aanvraag op 14 april 2023 niet-ontvankelijk, omdat eiser eerder op 7 mei 2015 al een verzoek om internationale bescherming had ingediend in Italië, waar hij op 6 maart 2023 internationale bescherming kreeg verleend tot 9 juni 2026.
De rechtbank heeft het beroep op 1 juni 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als de staatssecretaris aanwezig waren. Eiser betwistte de toekenning van internationale bescherming door de Italiaanse autoriteiten en vermoedde een persoonsverwisseling. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had vertrouwd op de informatie uit het Eurodac-systeem, dat bevestigde dat eiser op 7 mei 2015 internationale bescherming had aangevraagd in Italië. Eiser had niet aannemelijk gemaakt dat de informatie over hem op een andere persoon betrekking had.
Eiser voerde aan dat hij psychotisch was en dat er voorafgaand aan het gehoor een medisch onderzoek had moeten plaatsvinden. De rechtbank concludeerde echter dat er geen aanleiding was voor een medisch advies en dat eiser tijdens het gehoor in staat was om verklaringen af te leggen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de aanvraag terecht niet-ontvankelijk had verklaard en verklaarde het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.