Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
achthonderdzevenendertig euro).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen op de grond dat Zweden verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld. Op 1 juni 2023 heeft de staatssecretaris het bestreden besluit ingetrokken en aangegeven bereid te zijn de proceskosten van de verzoeker te vergoeden tot een bedrag van € 1.674,--. Hierop heeft de verzoeker zijn beroep ingetrokken, maar verzocht om een proceskostenveroordeling en om een termijn te bepalen voor een nieuw besluit van de staatssecretaris.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien de staatssecretaris tegemoet is gekomen aan het beroep van de verzoeker, heeft de rechtbank het verzoek om proceskostenveroordeling als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 837,-- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek om een termijn te bepalen voor een nieuw besluit afgewezen. De wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag begint pas te lopen wanneer Nederland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag, wat in dit geval niet is vastgesteld. De rechtbank heeft de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker tot een bedrag van € 837,--. Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.