ECLI:NL:RBDHA:2023:8789
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, nadat zijn asielaanvraag op 14 april 2023 niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er recentelijk een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.11449) die relevant is voor de beoordeling van het verzoek. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, wat betekent dat de kosten van de procedure niet worden vergoed.
De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, die als voorzieningenrechter optrad, en is bekendgemaakt door N.A. D’Hoore, de griffier. De uitspraak is geanonimiseerd gepubliceerd op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, wat betekent dat de beslissing van de voorzieningenrechter definitief is.